Democratie & Rechtsstaat
Voor je ligt het hoofdstuk over Democratie & Rechtsstaat van de Jonge Democraten. Hierin vind je onze belangrijkste standpunten en visie op deze onderwerpen. Ben je geïnteresseerd in specifiekere punten? Kijk dan eens naar onze moties. Mis je iets in dit hoofdstuk of moet er iets anders? Sluit je aan bij de werkgroep en denk mee!
3. Werken aan een sterke democratische rechtsstaat en goed bestuur
Als Jonge Democraten staan we voor versterking van onze democratie en rechtsstaat. Democratie en rechtsstaat zijn immers de twee centrale aspiraties van onze staatsontwikkeling, gericht op vrijheid, welvaart en welzijn. Om het rechtsstatelijk ideaal te realiseren moet de overheid zich binden aan het recht en aan de grondrechten, zoals vastgelegd in onze Grondwet. Alle overheidsorganen moeten zich hieraan houden en rechters moeten hierover waken. Democratie en rechtsstaat zijn twee kanten van dezelfde medaille.
In veel landen staan democratie en rechtsstaat onder grote druk. Slechts 20% van de wereldbevolking leeft in een democratische rechtsstaat. Bedreigingen voor democratie en rechtsstaat zijn er in allerlei vormen: parlementen krijgen minder bevoegdheden, de onafhankelijke rechtspraak komt in gevaar, vrije journalistiek en mensenrechten worden ingeperkt. Maar ook wanneer mensen hun vertrouwen in de overheid verliezen en afhaken bij democratische processen, komt de democratie onder druk te staan. Als Jonge Democraten zetten we ons in om dit tij te keren, zowel in Nederland als in andere landen. De democratische rechtsstaat is immers een uiterst kostbaar bezit; wanneer deze bedreigd wordt is niets doen nooit een optie.
Wij zien daarbij vier invalshoeken om in actie te komen. Ten eerste moet de betrokkenheid van burgers bij het proces van democratische besluitvorming en bij beleidsvorming worden vergroot. Een sterke democratie bestaat slechts bij de gratie van actieve kiezers die meedenken en meewerken aan de kwaliteit van onze maatschappij en vertrouwen hebben in het openbaar bestuur. Ten tweede moeten de belangen van de burger meer centraal komen te staan bij beleid, wetgeving en uitvoering. Ten derde moeten de waarborgen om de democratie te verdedigen worden versterkt. Denk aan een verstevigd systeem van checks and balances, versterking van de onafhankelijke rechterlijke macht en een effectieve bescherming van mensenrechten. Ten slotte moet de overheid zorg dragen voor een veilige samenleving, waarin vrijheid, lijf en goed worden beschermd tegen hen die hieraan schade willen toebrengen. Daarom moet er substantieel geïnvesteerd worden in politie en justitie, in de bestrijding van (digitale) criminaliteit én in preventie zodat deze organen aan hun taken kunnen voldoen.
3.1 Vergroot de betrokkenheid van burgers bij de politiek
3.1.1 Jong geleerd, jong gedaan
De betrokkenheid van burgers bij democratie en rechtsstaat begint bij de opvoeding. Kinderen die al vroeg leren over het belang van het kiesrecht en andere grondrechten zullen een heel andere houding ontwikkelen tegenover de democratie en rechtsstaat dan kinderen die hierover tijdens hun opvoeding nooit iets hebben gehoord. Uit internationale studies is gebleken dat de kennis en vaardigheden van Nederlandse leerlingen op het gebied van burgerschap achterblijven bij die van leerlingen in andere landen.
Als Jonge Democraten vinden we het belangrijk dat burgerschapsonderwijs meer prioriteit krijgt in het primair en voortgezet onderwijs. Burgerschapsonderwijs moet nog veel meer dan nu worden gezien als een essentieel vak; alleen dan kunnen de kiezers van straks op een effectieve manier staan voor de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat. Scholen moeten daarbij goede ondersteuning krijgen en de overheid moet ervoor zorgen dat er voldoende bevoegde docenten zijn om het onderwijs te geven.
3.1.2 Vergroot de invloed van burgers op de besluitvorming
Een sterke, weerbare democratie bestaat slechts bij de gratie van actieve kiezers die meedenken en meewerken aan de kwaliteit van onze maatschappij en vertrouwen hebben in het openbaar bestuur. Om die reden is het van belang dat de overheid en maatschappelijke organisaties samenwerken aan het vergroten van de invloed van burgers op politieke besluitvorming. Het is niet voldoende om eenmaal per vier jaar naar de stembus te gaan en volksvertegenwoordigers te kiezen. Ook daarna moeten burgers in staat worden gesteld om hun standpunten naar voren te brengen en mee te doen aan de politieke besluitvorming.
Waar onze representatieve democratie tekortschiet, moet deze worden verrijkt met elementen van directe democratie. Dat kan met behulp van burgerfora, waarbij desgewenst ook kan worden gekozen voor het betrekken van een specifieke doelgroep die in bijzondere mate betrokken is bij het onderwerp van het burgerforum. Denk bijvoorbeeld aan een specifiek burgerforum voor jongeren. Bij burgerfora is het van belang dat de burgers die deelnemen goed worden geïnformeerd door deskundige experts, zodat iedereen op eenzelfde niveau kan meepraten.
Wat ons betreft het gebruik van dergelijke constructies verder uitgebreid. Dat kan op allerlei terreinen van het overheidsbeleid, maar in ieder geval bij politieke besluitvorming rond grote maatschappelijke transities en vraagstukken – zoals klimaat, energie, de woningbouwopgave en de opvang van vluchtelingen. Iedere bewindspersoon zou op ten minste één onderdeel van zijn of haar beleidsterrein een burgerforum of een vergelijkbare constructie moeten organiseren. Voor de gemeenten en provincies geldt hetzelfde. Daarbij is het essentieel om vooraf helder te maken wat er achteraf met de uitkomsten van het burgerforum of vergelijkbare constructie gebeurt.
3.1.3 Vergroot de invloed van burgers bij benoeming van bestuurders
Als Jonge Democraten zijn we al lange tijd voorstander van een grotere invloed van burgers bij benoemingen van bestuurders, met name bij de benoeming van burgemeesters. Wat ons betreft zouden burgers hun burgemeester rechtstreeks moeten kunnen kiezen. In Nederland heeft de burgemeester veel taken op het terrein van openbare orde en veiligheid. Daarnaast dragen burgemeesters ook de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de bestuurlijke integriteit van hun gemeente. Rechtstreekse verkiezing mag niet leiden tot ondermijning van de rechtsstaat, dus het is belangrijk dat kandidaten voor de functie van burgemeester van tevoren goed gescreend worden.
Ook andere provinciale en regionale bestuurders zoals de commissaris van de Koning of de dijkgraaf zouden wat ons betreft direct gekozen kunnen worden. We pleiten ten slotte ook voor een rechtstreeks gekozen minister-president, voor wie een maximumtermijn van acht jaar zou komen te gelden.
3.1.4 Ruimte voor referenda
We zien het organiseren van referenda als een waardevolle aanvulling op het representatieve stelsel van democratie. De democratische rechtsstaat wordt daarmee versterkt. Bij een referendum organiseert de overheid een verkiezing onder alle kiesgerechtigde burgers over een bepaalde concrete vraag. Momenteel bestaat in ruim dertig landen de mogelijkheid om een referendum te organiseren. In veel van deze landen zijn de ervaringen met referenda positief. Burgers hebben hierdoor het gevoel dat zij direct invloed kunnen uitoefenen op de politieke besluitvorming. We zijn van mening dat er een brede politieke consensus moet komen over de meerwaarde van referenda als aanvulling op onze representatieve democratie. Bestuurders en volksvertegenwoordigers moeten tezamen actief nadenken en bepalen welke dossiers de komende jaren in aanmerking kunnen komen voor een referendum.
Als Jonge Democraten pleiten voor een nieuw juridisch kader voor referenda op landelijk niveau, waarbij er ruimte moet zijn voor raadplegende, raadgevende en correctieve referenda. Referenda moeten over meer zaken kunnen gaan dan alleen over door de Tweede en Eerste Kamer vastgestelde wetten. Juist de ervaringen met referenda bij gemeenten hebben laten zien dat het loont om op dit punt ruimte te bieden. Anderzijds moeten bepaalde besluiten, zoals de goedkeuring van internationale verdragen, wel worden uitgesloten van referenda. Een uitkomstdrempel van 50% van de kiesgerechtigden is een goede aanvullende waarborg. Hiermee kan worden bevorderd dat de uitslag van een referendum door een groot deel van de Nederlandse bevolking ook daadwerkelijk als democratisch wordt beschouwd.
3.1.5 Meer mensen naar de stembus
Voor een goed functioneren van de democratische rechtsstaat is het van groot belang dat er bij verkiezingen zoveel mogelijk kiezers hun stem uitbrengen. Een lage opkomst betekent meestal dat kiezers weinig vertrouwen hebben in de overheid en denken dat hun stem geen effect zal hebben op de besluitvorming. We vinden het van groot belang dat politieke partijen, maatschappelijke organisaties en de overheid zich inzetten voor een zo hoog mogelijke opkomst bij verkiezingen. Dat kan door goede campagnes te ontwikkelen en gebruik te maken van inzichten uit de wetenschap. Ook is het goed om na te denken wat mensen afkomstig uit specifieke doelgroepen zou kunnen overhalen om te gaan stemmen, in tegenstelling tot een generieke benadering van alle potentiële kiezers tegelijk. Om meer mensen te laten stemmen is het ook van groot belang dat er voldoende en goed toegankelijke stembureaus zijn. Het helpt ook als de stembureaus gevestigd zijn in of bij locaties die laagdrempelig zijn voor groepen die traditioneel minder gemakkelijk gaan stemmen, zoals praktisch opgeleiden en burgers die uit een ander land afkomstig zijn. Een laagdrempelige locatie is bijvoorbeeld een school of een wijkgebouw.
Ook het moderniseren van het kiesproces kan leiden tot een hogere opkomst. Daarom zijn we voorstander van het bieden van de mogelijkheid dat kiezers vervroegd kunnen stemmen of gebruik kunnen maken van briefstemmen. Tot slot kan men de opkomst verhogen door mensen toe te staan op meer locaties te stemmen en langer de tijd te geven om te stemmen. Dit wil ten eerste zeggen het verruimen van de tijd waarbinnen men kan stemmen. We zijn dan ook voorstander van meerdaagse verkiezingen. Ten tweede zouden kiesgerechtigden in alle stembureaus binnen het grondgebied van de politieke eenheid waarvoor zij mogen stemmen, dan wel de gehele kieskring waar zij onderdeel van zijn, moeten kunnen stemmen.
3.1.6 Met 16 jaar stemgerechtigd
Een grotere betrokkenheid van burgers bij het democratisch proces kan ook worden bewerkstelligd door het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Op 16-jarige leeftijd krijgen jongeren ook allerlei andere rechten: zo kunnen ze bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst aangaan, belasting betalen en beslissen over medische handelingen die op hen betrekking hebben. Wat ons betreft moeten 16- en 17-jarigen ook stemrecht krijgen. Binnen de EU gaan steeds meer stemmen op om de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar. In Oostenrijk hebben 16- en 17-jarigen al sinds 2007 stemrecht en de ervaringen daar zijn positief. Ook Duitsland wil het kiesrecht verlagen naar 16 jaar. Jongeren moeten zich beter vertegenwoordigd voelen en zelf een stem kunnen uitbrengen. Verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd kan ook tot gevolg hebben dat jongeren op school gestimuleerd kunnen worden om te gaan stemmen; daardoor zouden zij op de lange termijn waarschijnlijk ook vaker gaan stemmen.
3.2 Stel de belangen van burgers centraal
3.2.1 Een nieuw kompas voor het openbaar bestuur: de burger
Alom lijkt overeenstemming te bestaan over de noodzaak om te komen tot een andere werkwijze van het openbaar bestuur. De toeslagenaffaire, discriminatie bij de Belastingdienst, de aanpak van de compensatie van de aardbevingsschade in Groningen, de aanpak van de vluchtelingencrisis, de organisatie van de jeugdzorg: de overheid lijkt zijn taken niet meer aan te kunnen en feitelijk met de verkeerde dingen bezig te zijn. De menselijke maat is uit het oog verloren. Burgers willen met respect behandeld worden op basis van behoorlijkheidsnormen en gelijkwaardigheid, terwijl de basishouding van de overheid nog te vaak is dat alle burgers potentiële wetsovertreders zijn. Burgers verliezen daardoor het vertrouwen in de overheid en haken af. Deze ontwikkeling heeft veel negatieve gevolgen voor het functioneren van onze democratische rechtsstaat.
Als Jonge Democraten vinden we dat alles op alles moet worden gezet om het beschadigde vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Dat kan alleen als op alle plaatsen in het openbaar bestuur op een eerlijke wijze wordt afgesproken het belang van de burger voortaan centraal te stellen bij het ontwikkelen van wetgeving, beleid en bij de uitvoering. De volksvertegenwoordiging heeft een belangrijke rol om het bestuur te begeleiden en te controleren op dit pad naar vernieuwing. De uitdaging is om een moderne democratie in te richten waarbij niet wordt gedacht vanuit de overheid, maar vanuit de burger. Het is daarom ook belangrijk dat wet- en regelgeving begrijpelijk zijn voor alle burgers. Wanneer dit om wetstechnische redenen niet goed mogelijk is, moeten voor burgers begrijpelijke teksten worden opgesteld over de inhoud van de wetgeving.
3.2.2 Bescherm burgers tegen onevenredige en onbillijke gevolgen van besluiten
Als Jonge Democraten willen dat de rechtsbeginselen die het voor de rechter mogelijk maken om in een concreet geval tot een rechtvaardige uitspraak te komen in de wetgeving worden verankerd. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State toetst al indringender aan het evenredigheidsbeginsel. We pleiten ervoor om in wetgeving standaard een zogenaamde hardheidsclausule op te nemen, zodat het bevoegd gezag en de bestuursrechter in individuele gevallen de discretionaire bevoegdheid hebben om onrechtvaardige en onbillijke gevolgen te corrigeren. Ten slotte pleiten wij ervoor dat de Raad van State niet enkel de eerste versie van een wettekst toetst maar ook kijkt naar de praktische uitwerking van een wet en deze van advies te voorzien.
3.2.3 Denk vanuit de burger en moderniseer de inrichting van het openbaar bestuur
Als Jonge Democraten vinden dat de inrichting van het openbaar bestuur in Nederland aan modernisering en vernieuwing toe is. Het Huis van Thorbecke (de huidige bestuurlijke indeling van Nederland met drie bestuurslagen en hun onderlinge taakverdeling) is een groot goed, maar op onderdelen past de wijze waarop wij dit huis hebben ingericht niet meer bij de problemen en grote maatschappelijke opgaven van deze tijd. De organisatie van de overheid is ingewikkeld en op onderdelen ondoelmatig; veel overheidstaken kunnen alleen worden uitgevoerd met behulp van complexe samenwerkingsconstructies. Die samenwerkingsconstructies zijn vaak moeilijk te doorgronden, niet alleen voor de burger maar ook de overheid zelf lijkt het spoor soms bijster. De taakverdeling tussen het Rijk, de provincies en de gemeenten is ten dele historisch gegroeid en ten dele het gevolg van incidentele politieke keuzes. Veel gemeenten zijn te klein om al hun taken op een goede manier te kunnen uitvoeren. Voor andere taken of opgaven geldt weer dat het eigenlijk niet duidelijk is wie waarvoor of voor welk deel verantwoordelijk is. Dat betekent dat de overheid bij vrijwel elk aan te pakken probleem ontzettend veel tijd kwijt is met overleg over doelen, taken, financiering en aanpak en dus vooral met zichzelf bezig is.
Daarom bepleiten we een herijking van de bestaande taakverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten, met als uitgangspunt dat de gewenste taakverdeling het beste resultaat moet opleveren voor de burger. Om de grote transities van deze tijd op een adequate en evenwichtige wijze te kunnen uitvoeren, moeten we af van bureaucratische rompslomp en onduidelijke taakverdelingen en meer aandacht geven aan uitvoering en resultaat voor de burger.
Wat ons betreft worden onorthodoxe oplossingen daarbij niet geschuwd. De Nederlandse wetgeving spreekt over ‘de gemeente’, terwijl in de praktijk de verschillen tussen de bestuurskracht van gemeenten erg groot zijn. Gemeenten moeten alleen taken krijgen die ze echt aankunnen, zowel financieel als bestuurlijk. Daarnaast is het voor de burger niet handig als verschillende overheden aan hetzelfde onderwerp of probleem werken. Dat komt doordat alle provincies en gemeenten de wettelijke bevoegdheid hebben om hun eigen huishouding te regelen. We zien in de wijze waarop de politiek-gekozen waterschappen zijn georganiseerd een schoolvoorbeeld waar herijking van bestaande taken op zijn plaats is. De aantoonbare lage (in vergelijking met andere verkiezingen gezien) opkomst is een signaal dat vernieuwing hier op zijn plaats is en doet in zijn huidige staat afbreuk aan de politieke legitimiteit. Een praktische invulling is om na het verlopen van de bestuurstermijn, de politieke benoeming te vervangen door een sollicitatieprocedure op basis van vakinhoudelijke kennis op het gebied van watermanagement of vergelijkbare richting en/of relevante werkervaring op bestuurlijk gebied.
We vinden dat er een betere taakverdeling moet komen waarbij onnodige overlap wordt vermeden. Voor sommige taken – zoals grote maatschappelijke problemen en noodzakelijke transities – geldt voorts dat het onvermijdelijk is meer mogelijkheden te creëren voor doorzettingsmacht om zo nodig voortvarend te kunnen optreden in crisissituaties. De democratische rechtsstaat kan alleen goed functioneren als ook het openbaar bestuur goed functioneert.
3.2.4 Het Koningshuis past niet meer bij deze tijd
Bij de modernisering van het openbaar bestuur past volgens ons ook het afschaffen van het Koningshuis als onderdeel van de Nederlandse regering. Een inrichting van het openbaar bestuur met overerfbare regeringstaken past niet meer in deze tijd. Daarom pleiten we voor een staatsmodel met een rechtstreeks door de bevolking gekozen president alleen ceremoniële taken, zoals dat bijvoorbeeld in Duitsland is toegepast. Voor deze president moeten geen andere fiscale regels gelden dan voor iedere andere burger in Nederland.
3.2.5 Aandacht voor goede en effectieve Koninkrijksrelaties
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben een aparte status binnen Nederland. Samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten vormen zij het Caribisch deel van het Koninkrijk. Als Jonge Democraten vinden we dat er meer aandacht moet zijn voor het functioneren van de democratische rechtsstaat in dit deel van het Koninkrijk. Zo moet ook in Caribisch Nederland de positie van de volksvertegenwoordiging worden versterkt, moet er meer aandacht zijn voor burgerschapsonderwijs en moet de burger meer centraal komen te staan in het openbaar bestuur. Wat ons betreft moet veel prioriteit worden gegeven aan het versterken van de uitvoeringskracht van het openbaar bestuur op de eilanden. Daarbij behoeft ook de transparantie van het bestuur veel aandacht.
Verder zijn we van mening dat er in de Tweede Kamer meer aandacht zou moeten zijn voor de specifieke problemen van het functioneren van de democratische rechtsstaat in het Caribisch deel van het Koninkrijk, ook bij het behandelen van wetgeving op het terrein van het openbaar bestuur. Ten slotte achten we het van belang dat er een goede balans wordt gevonden tussen het ondersteunen en versterken van democratie en rechtsstaat in het Caribisch deel van het Koninkrijk enerzijds en de eigen verantwoordelijkheid van het lokale bestuur anderzijds.
3.3 Versterk de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat
3.3.1 Een gezonde verhouding tussen de verschillende staatsmachten
Als Jonge Democraten onderschrijven we dat de scheiding der machten tussen de wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht een essentiële rol speelt in onze democratische rechtsstaat. Het is van belang dat deze machten elkaar controleren maar wel onafhankelijk van elkaar opereren. Zo is het ongewenst dat politici zich in vergaande mate mengen in de rechtspraak en is het de rol van het parlement om een volwaardige functie als controleur van de regering te bekleden. In een gezonde democratische rechtsstaat hebben de drie machten allen een eigen volwaardige taak en bestaat er geen hiërarchie tussen deze machten.
3.3.2 De positie van volksvertegenwoordigers moet beter
Voor de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat is een goed systeem van checks and balances van groot belang. Dat houdt in dat de vertegenwoordigende organen (de Tweede Kamer, Provinciale Staten en de gemeenteraad) in staat moeten zijn om één van hun belangrijkste taken, het controleren van het bestuur, naar behoren te vervullen. De laatste jaren staat deze taak onder zware druk. Kamerleden, Statenleden en raadsleden ervaren dat zij te weinig tijd hebben en te weinig ondersteuning krijgen om deze functie goed te kunnen vervullen. Dit komt doordat zij zich tegenwoordig met steeds meer onderwerpen tegelijk moeten bezighouden, er vaker dan vroeger onderzoekscommissies zijn en dat onze informatiesamenleving om snelle reacties vraagt. Voor sommigen geldt zelfs dat de druk te groot wordt en dat zij moeten terugtreden.
Als Jonge Democraten vinden we dat Kamerleden, leden van Provinciale Staten en gemeenteraden ondersteuning moeten krijgen die zij nodig achten. De regering, de colleges van gedeputeerden en van Burgemeester en Wethouders moeten dat mogelijk maken. Ook goede, onafhankelijke rekenkamers kunnen de volksvertegenwoordigers helpen om hun werk goed te doen. Op het rijksniveau is er de Algemene Rekenkamer; ook bij alle provincies en gemeenten moeten onafhankelijke rekenkamers zijn.
Daarnaast vinden we dat uitbreiding van het aantal leden van de Tweede Kamer tot 250 gewenst is. Nederland heeft relatief gezien een van de kleinste parlementen van Europa en uitbreiding kan de belasting van Tweede Kamerleden verminderen. Ook vinden we dat er experimentele werkwijzen moeten komen waarbij – in alle openheid – Kamerleden in samenwerking met leden van het kabinet en hun ambtenaren voorstellen kunnen ontwikkelen om bepaalde problemen op te lossen.
3.3.3 Naar een eenkamerstelsel met een constitutioneel hof
Als Jonge Democraten pleiten we voor afschaffing van de Eerste Kamer. De Eerste Kamer is de afgelopen jaren steeds politieker geworden. De Eerste Kamer heeft daardoor zijn oorspronkelijke functie van chambre de réflexion verloren. Bovendien wordt de Eerste Kamer niet rechtstreeks gekozen, maar via een getrapt systeem door de leden van de provinciale staten. Daardoor mist de Eerste Kamer ten opzichte van de Tweede Kamer ook democratische legitimatie. Daarom zijn we van mening dat de Eerste Kamer moet worden afgeschaft en vervangen door een constitutioneel hof, dat de mogelijkheid heeft om de grondwettelijkheid van wetten te toetsen.
Wat ons betreft wordt het verbod op constitutionele toetsing dan ook uit de Grondwet gehaald. Wij zijn voorstander van constitutionele toetsing waarbij de het constitutioneel hof wetten kan toetsen aan bepalingen van de Grondwet. Daarbij vinden wij dat het hof niet alleen zou moeten toetsen aan klassieke vrijheidsrechten maar ook aan zogenaamde sociale grondrechten. Als het hof strijd met deze bepalingen constateert, kan het de betreffende wet buiten toepassing laten. De invoering van een dergelijke toetsing versterkt de positie van de rechter en daarmee de weerbaarheid van onze democratische rechtsstaat. Bovendien geeft de mogelijkheid van constitutionele toetsing meer waarde aan onze Grondwet.
3.3.4 Verduidelijk en versterk de regels ten aanzien van politieke partijen
Politieke partijen kennen binnen de Nederlandse democratie een grote mate van onafhankelijkheid. De overheid heeft zich in vergelijking met andere landen altijd terughoudend opgesteld bij het stellen van regels ten aanzien van politieke partijen. Als Jonge Democraten zijn we voorstander van een brede Wet op de Politieke Partijen met regels over financiering, interne partijdemocratie, digitale campagnevoering, microtargeting, het stellen van maxima voor giften, en een wettelijke basis voor het partijverbod. Er is behoefte aan een specifiek op politieke partijen gerichte verbodsgrond.
Wat ons betreft komt er een heldere regeling van het partijverbod. Als binnen een democratie wordt toegestaan dat democratie en rechtsstaat op democratische wijze wordt afgeschaft of aangetast, is er daarna geen ruimte meer voor zelfcorrectie. Daarom moet de democratie zich ook bij bedreigingen effectief kunnen verdedigen. We pleiten voor een verbodsgrond die ziet op feitelijke handelingen en inhoudelijke doelstellingen van politieke partijen, die een zodanige bedreiging vormen voor de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat dat zij (zeer waarschijnlijk) leiden tot ondermijning van die grondbeginselen of zelfs de afschaffing daarvan. De beslissing over een partijverbod is enkel en alleen aan de Hoge Raad.
3.3.5 De overheid geeft het goede voorbeeld en is transparant en integer
De weerbaarheid van democratie en rechtsstaat is gediend bij een overheid die zich in alle opzichten voorbeeldig gedraagt, regels naleeft en regels handhaaft. De burgers moeten dat kunnen zien en controleren. Daarom is transparantie een eis van goed openbaar bestuur en vastgelegd in de Wet open overheid (de Woo). Wat ons betreft krijgt de minister van Binnenlandse Zaken een sterke coördinerende rol om ervoor te zorgen dat alle overheden in staat zijn om hun informatiehuishouding op orde te krijgen. Pas dan kan de Woo ook goed gaan werken. Ook zou een bruikbare toolkit moeten worden ontwikkeld om de overheid te ondersteunen in de ontwikkeling naar een andere, meer transparante bestuurscultuur. Overheden en overheidsorganen zouden het goede voorbeeld van de Raad van State moeten volgen, die wekelijks actief alle adviezen openbaar maakt op de eigen website. Behalve transparantie is ook het bewaken van de integriteit van allen die voor het openbaar bestuur werken – volksvertegenwoordigers, bestuurders en ambtenaren – van groot belang om de weerbaarheid van democratie en rechtsstaat te waarborgen.
3.3.6 Onafhankelijke journalistiek en tegengaan desinformatie
In een democratische rechtsstaat zijn persvrijheid en onafhankelijke journalistiek van groot belang. Als Jonge Democraten vinden we dan ook dat journalisten zo vrij als mogelijk moeten kunnen berichten zonder beïnvloeding of beperkingen door de overheid, mits binnen de spelregels van democratie. De overheid dient daarnaast zorg te dragen voor een veilig klimaat waarin journalisten hun werk kunnen doen. Onafhankelijke journalistiek is belangrijk, maar onjuiste of tendentieuze informatie kan juist een bedreiging vormen voor de democratische rechtsstaat. Als mensen vaak genoeg worden bestookt met onjuiste informatie bestaat er een serieuze kans dat ze erin gaan geloven met als een van de mogelijke gevolgen ontwrichting van de democratische rechtsstaat. De zorgen over nepnieuws op het internet nemen toe. Wat ons betreft moeten er binnen de Europese Unie meer gezamenlijke doelen worden geformuleerd om verspreiding van desinformatie tegen te gaan. We vinden dat overheid, organisaties, bedrijven en burgers daarbij gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen en moeten samenwerken. De overheid moet daarbij de regie nemen om ervoor te zorgen dat alle Nederlanders mediawijs en digitaal vaardig worden en beter in staat zijn om desinformatie te herkennen.
3.3.7 Een onafhankelijke rechterlijke macht en toegankelijke rechtspraak
Een goed functionerende democratische rechtsstaat vraagt ook om een onafhankelijke rechterlijke macht. Het is daarom van groot belang dat rechters zonder vrees voor repercussies hun werk kunnen doen. Dit betekent dat rechters vrij moeten zijn van politieke druk, inmenging van andere machten en belangenconflicten. Het is onwenselijk dat rechters worden beperkt in hun vrijheid om zelfstandig bepaalde straffen of maatregelen te kunnen kiezen. De toenemende werkdruk van rechters en achterstand in het aantal zaken moet zeer serieus worden genomen. Het investeren in de rechtspraak om meer rechters aan te trekken en waar mogelijk te digitaliseren, zoals de zaken online afdoen en communicatie via de digitale weg laten plaatsvinden, draagt bij aan een oplossing voor dit probleem.
In een democratische rechtsstaat is het ook essentieel dat rechtspraak toegankelijk is. Daarom moedigen we pilots waarbij op andere manieren contact wordt gezocht met partijen, zoals door middel van appcontact of vereenvoudigd taalgebruik, dan ook aan. Toegankelijke rechtspraak vereist ook dat financiële barrières zoveel mogelijk worden weggenomen. Iedereen moet in staat worden gesteld om betaalbare rechtsbescherming te krijgen. We pleiten er dan ook voor dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld voor de sociale advocatuur, zodat ook mensen met een lager inkomen toegang hebben tot juridische bijstand. Ook moedigen we de werkzaamheden van juridische loketten en rechtswinkels, waar laagdrempelig juridisch advies kan worden gevraagd, aan.
3.4 Werk aan een veilige en vrije samenleving
3.4.1 Een effectieve aanpak van criminaliteit en meer inzet op preventie
In een rechtsstaat draagt de overheid zorg voor het welzijn en de veiligheid van haar burgers. Dit betekent onder andere dat de overheid optreedt tegen (georganiseerde) criminaliteit. Als Jonge Democraten zijn we echter van mening dat voorkomen beter is dan genezen. Daarom moet er meer worden ingezet op preventie. In dit kader is er in het bijzonder meer aandacht nodig voor jeugdcriminaliteit. Bijvoorbeeld door het bieden van goede begeleiding en ondersteuning aan jongeren die dreigen af te glijden in criminaliteit. Investeren in wijkagenten die goede banden onderhouden met de omgeving kan hierbij eveneens dienstbaar zijn.
Voor een effectieve aanpak van criminaliteit is samenwerking tussen verschillende instanties zoals politie, justitie, gemeenten en maatschappelijke organisaties van belang. Zowel om sneller signalen van criminaliteit te kunnen oppikken, als vanuit het oogpunt van preventie. Ook dient grensoverschrijdende criminaliteit effectiever te worden aangepakt door meer samenwerking tussen landen en internationale organisaties. Daarom zijn we voorstander van het opzetten van gezamenlijke opsporingsonderzoeken, het uitwisselen van informatie en het harmoniseren van wet- en regelgeving.
In onze moderne samenleving verdient ook het thema digitale veiligheid extra aandacht. De hedendaagse ontwikkelingen vragen meer digitale weerbaarheid op zowel individueel als collectief niveau. We zijn als Jonge Democraten dan ook voor het geven van voorlichtingen en trainingen aan particulieren op het gebied van digitale beveiliging en het extra investeren in digitale beveiliging. Ook moet meer aandacht komen voor de opsporing en vervolging van digitale criminaliteit. Zo wordt gepleit voor het vergroten van de capaciteit van politie en justitie op het gebied van cybercrime en het stimuleren van internationale samenwerking om cybercrime ook grensoverschrijdend te kunnen aanpakken.
3.4.2 Stoppen met etnisch profileren
Wat ons betreft dienen politie en justitie een afspiegeling te zijn van de samenleving en zijn dan ook voorstander van het stimuleren van diversiteit en het verminderen van discriminatie binnen deze organisaties. Etnisch profileren leidt tot stigmatisering, ongelijke behandeling en schending van individuele rechten. Het ondermijnt vertrouwen van burgers in de overheid en leidt tot verdeeldheid. Etnisch profileren moet dan ook actief worden uitgebannen. Enerzijds door het bieden van een duidelijk wettelijk kader waarin etnisch profileren wordt verboden en anderzijds door het bieden van meer trainingen en voorlichtingen binnen overheidsorganisaties, om zo meer bewustzijn te creëren voor mogelijke vooroordelen en discriminatie.
3.4.3 Het strafrecht als ultimum remedium
Het strafrecht moet worden ingezet als laatste redmiddel om ongewenst gedrag aan te pakken in de maatschappij. Het strafrecht kan immers grote gevolgen hebben voor individuen. Daarom moet het duidelijk zijn voor burgers wanneer zij een overtreding begaan en wat hier de gevolgen van zijn. Het verhogen van de strafmaat moet niet lichtzinnig worden gedaan, wat ons betreft moet eerst aantoonbaar worden gemaakt dat het verhogen van een straf leidt tot enige verbeteringen, alvorens tot deze verhoging wordt overgegaan. Het onderzoeken van de uitwerking van strafrechtelijke maatregelen wordt dan ook gestimuleerd. De rechter dient bij het opleggen van straffen voldoende vrijheid te hebben om daarin zelf een afweging te maken, als Jonge Democraten zijn dan ook tegen de tendens om deze ruimte van de rechter in te perken.
3.4.4 Rechten van slachtoffer en van verdachten
In een rechtsstaat is er aandacht voor de positie van het slachtoffer én heeft de verdachte recht op een eerlijk proces. Te allen tijde moet dan ook worden voorkomen dat een verdachte in vergaande mate onder druk wordt gezet, bijvoorbeeld door het afdwingen van een verklaring of door foltering. Een verdachte mag nooit worden gedwongen mee te werken aan zijn eigen veroordeling en het uitgangspunt is dat een verdachte onschuldig is totdat het tegendeel wordt bewezen. Een voorbarig ‘trial by media’, waarin een verdachte vóór een rechterlijke uitspraak wordt neergezet als dader, keuren we dan ook af.
Bij het opleggen van een straf dient een rechter onder meer oog te houden voor de omstandigheden van de dader. Bijvoorbeeld door rekening te houden met de strafmaat als een verdachte geen strafblad heeft of het opleggen van een maatregel of taakstraf als een gevangenisstraf onevenredige gevolgen zou hebben voor een verdachte. De schrijnende gevallen dat een veroordeelde door een opgelegde straf uiteindelijk nog verder van de maatschappij af komt te staan door het dakloos worden, het belanden in de schuldsanering of het kwijtraken van werk, moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Naast de rechten van de verdachte moet er ook aandacht zijn voor de positie van het slachtoffer. Zo moedigen we aan dat het Openbaar Ministerie en de rechtspraak openstaan voor het afdoen van een strafzaak op alternatieve wijze als dit de belangen van het slachtoffer en de dader dient, hierbij valt te denken aan mediation. Het OM blijft echter zelf bepalen of vervolging wenselijk is en de rechter doet uiteindelijk uitspraak over de strafmaat. We zijn dan ook geen voorstander van een toekomst waarin het slachtoffer als derde procespartij optreedt. Wel staan we positief tegenover spreekrecht van het slachtoffer en het op verzoek voeren van gesprekken tussen slachtoffer en verdachte. Een strafzaak is vanuit het slachtoffer vaak niet afgelopen na een eventuele berechting. Daarom dient oog te zijn voor de emotionele en praktische gevolgen van een misdrijf, bijvoorbeeld door verbeteringen in de nazorg voor slachtoffers.
3.4.5 Maatwerk leveren bij de tenuitvoerlegging van sancties
Als Jonge Democraten pleiten we dat ervoor gewaakt moet worden dat een overtreder te veel wordt gestraft. Zo bestaat de mogelijkheid om bestuurlijke maatregelen, zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, tegelijkertijd met een strafrechtelijke boete en/of gevangenisstraf op te leggen. Alhoewel dit juridisch stand houdt, moet voorkomen worden dat de juridische werkelijkheid te veel van de feitelijke werkelijkheid af komt te staan. Straffen dient daarnaast op een menselijke manier te gebeuren, waarbij ook oog bestaat voor de belangen van de overtreder.
Zo dient een burger die bijvoorbeeld niet in staat is een boete te betalen, de mogelijkheid te worden geboden om dit in termijnen te betalen. De ontwikkeling dat gemeenten boetes en schulden van individuele schuldeisers van hun inwoners overnemen en zelf optreden als schuldeiser moedigen we aan. Zo kan immers voorkomen worden dat burgers nog verder in de problemen dreigen te komen. Ook gevangenen en tbs’ers dienen een menswaardig bestaan te hebben met uitzicht en hoop op mogelijke vrijlating. We moedigen controle op het werken van het gevangeniswezen aan, om misstanden te voorkomen en aan het licht te brengen.
3.4.6 Inzetten op resocialisatie
Gevangenissen en tbs-klinieken dienen bij te dragen aan re-integratie, bijvoorbeeld door het aanbieden van opleidingen en overige leerprogramma’s. Als Jonge Democraten moedigen we overgangsprogramma’s, waarbij ex-gedetineerden en ex-tbs’ers na vrijlating afbouwende begeleiding krijgen, aan. Naast het terugdringen van recidive heeft re-integratie zo een functie om perspectief te bieden aan gedetineerden en tbs’ers. We verzetten ons stevig tegen stigmatisering en discriminatie van ex-gedetineerden en hechten veel waarde aan het geven van een tweede kans. Zo moet voorkomen worden dat het niet verkrijgen van een VOG of het verschijnen van een gestrafte met naam en toenaam in de media, er onnodig aan in de weg staat dat een gestrafte geen normaal leven meer kan leiden na het uitzitten van diens straf. Re- integratie dient daarnaast te focussen op de preventie van criminaliteit en recidive, bijvoorbeeld door vroegtijdige signalering van problemen bij jongeren en het vervolgens bieden van passende hulpverlening.