Voorkeursdrempel
De ALV van de JD, bijeen te Leeuwarden op 30 en 31 januari 2016
constaterende dat
- De drempel om via voorkeursstemmen op 25% van de kiesdeler bedraagt (zo’n
15.000 stemmen); - Sinds de voorkeursdrempel op 25% staat (de afgelopen zes verkiezingen), slechts
negen personen gelukt is om vanuit een onverkiesbare plek in de Kamer te komen.
overwegende dat
- Het onontbeerlijk is voor een goede controle op de macht om het Grondwettelijke
recht zonder (partij)last te kunnen stemmen uit te kunnen oefenen; - De macht van de partij(toppen) (over de kieslijsten) het (stem)gedrag van
parlementsleden beïnvloed; - Een verlaging van de kiesdrempel voor individuele parlementsleden meer macht
aan kiezers geeft om zelf het parlement samen te kunnen stellen; - Door een verlaging van de kiesdrempel parlementsleden van hun baan afhankelijker
worden van de kiezer, en daardoor beter naar diezelfde kiezer moeten luisteren.
spreekt uit dat
- De drempel om via voorkeursstemmen de Kamer in te komen zal moeten worden
verlaagd tot 15 procent van de kiesdeler (zo’n 9.000 stemmen).
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting:
In dit systeem blijven de partijzetels naar evenredigheid verdeeld. Echter zal het
meer voorkomen dat kandidaten met voorkeurszetels hogere geplaatste kandidaten,
die de voorkeursdrempel niet hebben gehaald, verdringen.