Het rommelt in de pensioenwereld. Minister Koolmees heeft kortgeleden de Kamer geïnformeerd dat er weinig schot zit in de hervormingen van het pensioenstelsel. Echter, dat er vroeg of laat grote hervormingen moeten plaatsvinden in ons pensioenstelsel is moeilijk te ontkennen. Angst en onduidelijkheid over de gevolgen van een omslag heersen. Des te meer reden om stappen te zetten naar een transparant pensioenstelsel dat de onzekerheden weg kan nemen die nu bestaan tussen deelnemers, maar ook tussen generaties. Daarom willen we alle betrokkenen op dit dossier oproepen om aan de slag te gaan!

De jongerenorganisaties van de vier coalitiepartijen, JOVD van de VVD, CDJA van het CDA, de Jonge Democraten van D66 en PerspectieF van de ChristenUnie, hebben samen hun visie op het pensioenstelsel uiteengezet. De jongeren zijn het erover eens geworden dat grote wijzigingen in het stelsel nodig zijn om een transparant en duurzaam pensioensysteem te garanderen. Deze visie is uitgesplitst in zes onderdelen.

Anonieme potten vs. persoonlijke potten

We zijn het erover eens dat er bij mensen een grote behoefte is aan zekerheid over de toekomst. Dat is de rode draad door het hele pensioendebat. Het huidige stelsel brengt veel onzekerheid met zich mee. Het huidige stelsel van aanspraken in plaats van een eigen inzichtelijke pot zorgt voor valse verwachtingen bij deelnemers: zij denken namelijk dat ze een recht hebben op een bepaald bedrag. Gesteggel over wat van jou is, veroorzaakt door een gebrek aan transparantie, leidt tot verwachtingen bij mensen die mogelijk niet waargemaakt kunnen worden. Als we verder kijken dan het kleine groepje mensen dat bekend is met het pensioensysteem is het logisch dat mensen een aanspraak zien als een recht dat altijd opeisbaar is. De werkelijkheid is namelijk weerbarstiger. In recente jaren hebben we keer op keer gezien dat pensioenfondsen gewekte verwachtingen moeten bijstellen. De oorzaken hiervan liggen dieper dan alleen de rente: het gaat ook over een veranderde bevolkingssamenstelling en een veranderde en nog steeds veranderende arbeidsmarkt. Hiermee wordt angst en onzekerheid in stand gehouden.

Daarom is het tijd voor een omslag. Een persoonlijke pot schept duidelijke verwachtingen en creëert een recht op datgene wat van jou is. Bij een transparante claim op een eigen pensioenpot kan werk worden gemaakt van verwachtingsmanagement en kan onzekerheid worden weggenomen. Ook bij een omslag naar persoonlijke potten kan solidariteit worden behouden. De winst t.o.v. het huidige systeem zit in de duidelijkheid die mensen krijgen.

Solidariteit

Een grote stelselwijziging brengt – terecht – vragen over solidariteit met zich mee. Wij onderscheiden vier vormen van solidariteit: tussen levensduren, voor nabestaanden, richting arbeidsongeschiktheid en tussen generaties. Ook in het nieuwe stelsel is solidariteit een kernwaarde. Na het werkzame leven moet er zekerheid zijn over het pensioen. Daarom willen wij het langlevenrisico blijven delen. Ook onderschrijven wij het belang van een degelijk nabestaandenpensioen. Het mag niet zo zijn dat het plotselinge overlijden van een partner bijvoorbeeld betekent dat ook het huis verlaten moet worden. Een gezin is vaak afhankelijk van twee inkomens. Het wegvallen van een inkomen komt extra zwaar aan bij gezinnen met jonge kinderen. In deze gevallen is het niet eerlijk om mensen, naast emotioneel, ook financieel te duperen van een overlijden.

Verder dient ook het risico op arbeidsongeschiktheid gedeeld te worden tussen deelnemers. Net als het verlies van een partner kan dit iedereen overkomen. Solidariteit tussen mensen is in zo’n situatie enkel gepast. Ook tussen generaties kan er enige mate van solidariteit zijn. Alleen vinden we wel dat in het huidige stelsel de solidariteit kan leiden tot te grote verschuivingen tussen generaties. Dit is grotendeels te wijten aan de onoverzichtelijkheid van de doorsneepremie. Bij een overgang naar persoonlijke potten heeft iedereen een eigen gedeelte. Het geld stroomt dan niet langer van pot naar pot, zoals dat in het huidige stelsel het geval is. Een beperktere mate van solidariteit kan eventueel technisch ingeregeld worden conform het eerdere advies van de SER. Dit moet wel eenvoudig en transparant zijn en mag niet leiden tot het eindeloos doorschuiven van de rekening.

Verplichting

Ook in een nieuw pensioenstelsel willen we een verplichte pensioenafdracht. Dit willen we regelen in een algemene pensioenplicht, waarbij iedereen met inkomen in meer of minder mate spaart voor een pensioen. ZZP’ers vallen hier ook onder. Zonder verplichte pensioenafdracht valt de zekerheid van een pensioen weg.

Uitvoerder

Bij het kiezen van de uitvoerder van het pensioen moet een veel grotere keuzevrijheid worden bewerkstelligd. Momenteel zien we een markt vol sectorgebonden monopolisten. Slechts een klein percentage van de markt heeft een vrije keuze in uitvoerder. Dat vinden wij onbegrijpelijk. In een nieuw pensioensysteem kan elke pensioenspaarder kiezen tussen de kwaliteit, dienstverlening en soort investeringen van alle pensioenfondsen op de markt. We willen kunnen kiezen voor een pensioenfonds dat investeringen doet in het lokale MKB of een uitvoerder die alleen duurzaam en verantwoordelijk investeert. Het wordt tijd dat deelnemers veel meer inspraak krijgen in wat er met hun geld gebeurt. Hierbij moet ook de mogelijkheid zijn om een pensioenpakket samen te stellen met verschillende risicoprofielen, afgestemd op de persoon.

Door een algemene pensioenplicht is een sectorale verplichtstelling is niet meer nodig. Uiteraard moeten deelnemers niet aan hun lot overgelaten worden. De verwachting blijft dat een groot deel van de mensen die inkomen verwerven geen behoefte voelen om een eigen keuze te maken voor hun pensioenuitvoerder. Daarom blijft er een grote verantwoordelijkheid bij de werkgever of opdrachtgever om een default-optie aan te bieden. Hierbij is er een zorgplicht om een uitvoerder te kiezen die goed past bij de te verwachten behoeften van de deelnemers. Mensen die niet willen kiezen hoeven dat niet te doen, maar mensen die dat wel willen moeten het wel kunnen. Bij de vrije keuze voor een uitvoerder hoort ook de mogelijkheid tot het wisselen van uitvoerder. Vanwege het karakter van de lange termijninvesteringen van pensioenuitvoerders en de wens om niet te grote hoeveelheden liquide middelen aan te hoeven houden, is het niet realistisch om iedereen op elk moment te kunnen laten wisselen van pensioenuitvoerder. Daarom moet er een beperking komen op het aantal keren dat mensen van pensioenuitvoerder kunnen wisselen. Elke paar jaar na starten in de regeling of na wisseling van werkgever moet er gewisseld kunnen worden. Het moment waarop deze regeling ingaat is voor iedereen anders, dus er zal geen vast overstapmoment komen zoals nu elk jaar het geval is bij de zorgverzekeraars.

Premie

Bij een doorsneepremie is er een gelijke opbouw (een aanspraak per dienstjaar) tegen een gelijke premie (vast percentage premie per jaar). Per individu bekeken is dit niet rekenkundig zuiver, omdat een aanspraak voor een jonge deelnemer minder geld kost dan voor een oudere, want het ingelegde geld van de jongere werknemer kan langer renderen. Zo subsidiëren werkgevers en fondsen met veel jongere deelnemers werkgevers met oudere deelnemers. Om diverse redenen willen het Kabinet en de SER hiervan af. De bevolkingsopbouw is veranderd, sectoren komen en gaan, en steeds meer mensen beginnen voor zichzelf. Omdat je aan het begin van je pensioenopbouw eigenlijk te veel betaalt, is het ongunstig als je halverwege de rit uit het collectief stapt. Het huidige systeem gaat ervan uit dat het goed is om in het begin van je werkzame leven meer te betalen, omdat later anderen binnen het collectief iets meer zullen bijdragen aan jou. Dit systeem werkt niet meer, omdat onder andere de bevolkingsopbouw is veranderd en omdat mensen sneller van banen wisselen, zowel binnen als tussen sectoren, of ZZP’er worden.

Verder is het gezien de levensloop logisch om gebruik te maken van een progressieve premie. Zo houden mensen in hun eerste opbouwjaren meer geld over om een gezin te stichten of een huis te kopen. De premie die ingelegd wordt zal langer kunnen renderen, wat de impact van de lagere premie naar verwachting opvangt.

Andere persoonlijke keuzevrijheid

In een hervormd pensioenstelsel dat gericht is op maatwerk voor het individu moet er ook de mogelijkheid zijn om een tijdelijke premievakantie te nemen, zonder dat de zekerheid van voldoende pensioenopbouw in gevaar komt. Om die zekerheid te waarborgen is een premievakantie alleen toegestaan na deskundig financieel advies. Een premievakantie kan een persoon die in een onvoorziene negatieve financiële situatie terecht komt, zoals een scheiding of een faillissement, net wat meer ademruimte geven. Wij staan pal voor een verplichtstelling van pensioenafdracht, maar willen niet dat op het moment dat iemand echt in financieel zwaar weer verkeert nog steeds een groot deel van zijn inkomen moet afdragen aan de pensioenuitvoerder.

Verder moeten we kritisch kijken naar de wijze waarop het pensioen wordt uitgekeerd bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Daar moet meer keuzevrijheid zijn. Mensen gaan blijkens onderzoek en ervaringen in het buitenland erg voorzichtig om met het leeghalen van hun pensioenpot als ze de mogelijkheid ertoe hebben. Toch willen we dit risico zoveel mogelijk voorkomen, en pleiten daarom voor een koppeling aan de hoog-/laagregeling. Door uitbreiding van de hoog-/laagregeling kunnen mensen een beperkt deel van hun pensioenvermogen op datum van pensionering opnemen.

Conclusie

Er is genoeg werk aan de winkel. Alle vier de politieke jongerenorganisaties die hebben meegewerkt aan dit manifest zien problemen in ons huidige pensioenstelsel. Er heerst angst en onzekerheid en de eerste stappen in het onbekende terrein van de grote hervorming zijn moeilijk om te zetten. Het is echter wel duidelijk dat ze gezet moeten worden, omdat het duidelijk is dat er structurele problemen blijven bestaan die voortkomen uit de veranderde economie en de veranderde bevolkingssamenstelling. Hervorming is dus noodzakelijk. Het pensioenstelsel moet namelijk er zijn voor de mensen, en niet andersom.
Wij denken dat een omslag naar een duidelijk, transparant en persoonlijk pensioenstelsel de problemen wegneemt. Jongeren willen geen geld afpakken van ouderen en ouderen ook niet van jongeren. Wat mensen willen is duidelijkheid en weten waar ze aan toe zijn. Ze willen zien wat er in hun persoonlijke pensioenpot zit en weten waar ze recht op hebben. Nu is de politiek, samen met de sociale partners, aan zet. Als jongerenorganisaties zijn we om de tafel gegaan om een voorzet te geven; nu is het tijd dat jullie in actie komen!

 

Betrokken organisaties: JOVD (VVD), CDJA (CDA), Jonge Democraten (D66) en PerspectieF (ChristenUnie).

Gepresenteerd op 11 april 2018 ter gelegenheid van het evenement Pensioenpoort in Den Haag.