Sancties Israël II
De ALV van de JD, bijeen te Alkmaar op 18 en 19 juni 2016
constaterende dat
- De regering van het Koninkrijk der Nederlanden is verzocht, door de Nederlandse Tweede Kamer om zo snel mogelijk de directe of indirecte financiering van organisaties, die op basis van hun doelstellingen of middels hun activiteiten een boycot van of sancties tegen Israël nastreven of bevorderen, te beëindigen.
overwegende dat
- De middelen: “desinvestering, boycot, en sanctie” niet in zijn geheel worden ‘verworpen’.
- Israël dankzij het verzoek van de Tweede Kamer een uitzonderlijke positie verkrijgt.
- In verscheidene economische sectoren zoals de fossiele industrie en wapenhandel, de middelen “desinvestering, boycot, en sanctie” worden gehanteerd door civiele organisaties.
- De Jonge Democraten zich tijdens ALV 73 voor sancties tegen de staat Israël hebben uitgesproken.
spreekt uit dat
- Betrokkenheid met “desinvestering, boycot, of sanctie” geen opzichzelfstaande grond is, waarop subsidie mag worden geweigerd.
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting:
Nederland en Nederlandse organisaties moeten de mogelijkheid behouden om structurele mensenrechtenschenders (waaronder behalve Saudi Arabië, Turkije, Marokko en Sudan ook de staat Israel) door middel van het middel BDS te kunnen bewegen om zich aan het internationaal recht te houden. Israel verdiend hierop geen uitzonderingspositie. Bovendien is de redenering dat overheidsfinanciering alleen toekomt aan organisaties die handelen in lijn met regeringsbeleid natuurlijk levensgevaarlijk.