Co-financiering onderzoek

Co-financiering onderzoek

De ALV der Jonge Democraten, bijeen te Middelburg op 1 en 2 februari 2014,

constaterende dat

  • Nederland in de ban van de 3-O samenwerking (onderwijs, ondernemers, overheid) is de afgelopen jaren;
  • De universiteiten van Nederland hun onderzoekscriteria graag ‘in opdracht’ en tegen betaling laten werken;

overwegende dat

  • De samenwerking tussen ondernemers en onderwijs een versterkend effect kan hebben;
  • Er ook risico’s kleven aan de samenwerking tussen markt en onderzoek (zoals beïnvloeding van hypotheses en daardoor ‘wetenschappelijke opinie’);
  • Er buiten de reguliere controle, nog geen grootschalige evaluatie naar dit beleid is gedaan;

spreekt uit dat

  • De Jonge Democraten roepen op tot een grootschalig nationaal onderzoek naar de (financiële) verhoudingen tussen ondernemers en onderzoekscentra;
  • Met als doel de bevestiging dan wel oproep tot herziening van het huidige nationale beleid waarin (universitair) onderzoek in co-financiering moet plaatsvinden;

en gaat over tot de orde van de dag.

Toelichting:

Directe aanleiding voor deze motie is dat de werkgroep MELV in haar discussies regelmatig tot de conclusie komtdat de Wagingen University en het bijbehorende Research Centre (WUR) een buitenproportioneel grote vinger in de Nederlandse beleidspap heeft. Docenten van HBO’s en MBO’s komen van de WUR, WUR-docenten zijn zelf van de WUR, en ook invloedrijke adviseurs komen van de WUR.

Gelijktijdig heeft de WUR een stevige inkomstenbron van allerlei ondernemingen, zoals Danone en Campina, die belang hebben bij wat de WUR onderzoekt. Kort door de bocht geeft dat deze ondernemers ontzettend veel invloed op het Nederlandse beleid.

Dat wil niet zeggen dat de constructie fout is. Immers, de Brainport in Eindhoven is volgens de boekjes zeker succesvol, juist dankzij de triple-helix waarin de O’s elkaar vinden.

Omdat de Jonge Democraten niet één universiteit willen aanpakken, en ook niet per definitie de aanpak wil afwijzen willen wij een grootschalig onderzoek. Dan kunnen de universiteiten van elkaar leren, of kunnen we een einde maken aan deze vermenging van onafhankelijk onderzoek en marktgedreven onderzoeksopdrachten.

Deze motie zegt niet dat onderzoeksconclusies (inhoud) beïnvloed zijn, maar ook in wat er wordt onderzocht – en dat is dus tegenwoordig grotendeels marktgedreven geworden -, vindt selectie plaats. Ter illustratie: als je nooit onderzoekt of hypothese B waar is, maar wel heel veel onderzoek doet naar het verbeteren van hypothese B beperk je nog steeds de kennis in een onderzoeksveld.

Gerelateerde pagina's