Al jaren is het hypocriete Nederlandse coffeeshopbeleid een doorn in het oog van ondernemers, rechters en burgemeesters. Het verkopen van wiet wordt gedoogd, maar verbouwen is streng verboden. De coalitie wil eindelijk werk gaan maken van het hervormen van dit stelsel. In verschillende gemeenten mag worden geëxperimenteerd met het legaliseren van de wietteelt. Echter, de proef lijkt actief gesaboteerd te worden door de conservatievere krachten binnen de coalitie. Beslissingen worden alsmaar vooruitgeschoven en er wordt onnodige onduidelijkheid gecreëerd. De proef lijkt op basis van de gesuggereerde voorwaarden daarom al gedoemd te mislukken voordat deze is begonnen.

De wietproef was ongetwijfeld een lastig punt om te slikken voor de christelijke partijen. D66 is voorstander van gehele legalisering, en met deze wietproef wordt een kleine eerste stap in deze richting gezet. Een kleine, onomkeerbare stap, vrezen de christelijke partijen. En dat is te merken. Zo zijn er strenge voorwaarden aan de proef verbonden. Het experiment mag maximaal vier jaar duren, daarna moet binnen zes maanden teruggekeerd worden naar de oude (illegale) werkwijze. De Commissie Knottnerus, door het kabinet aangesteld om verdere invulling te geven aan de proef, sprak zich vorige week in haar eerste rapport al kritisch uit over deze termijn. Ook adviseerde Knottnerus de proef op veel grotere schaal uit te voeren om een goed beeld te krijgen van de effecten.

Aan de burgemeesters zal het niet liggen. Zij staan te trappelen om met het experiment aan de slag te gaan. Ze kunnen zich hiermee ontdoen van een achterhaalde praktijk die criminaliteit in de hand werkt en tegelijkertijd nieuwe economische kansen creëren voor hun regio. In 2014 spraken 44 gemeentes zich in een manifest al positief uit over legale wietteelt. De gesuggereerde proefvoorwaarden zorgen echter voor terughoudendheid bij gemeenten. Niemand heeft zin om zich vier jaar lang in te zetten voor een proef waarvan nog zoveel onduidelijk is. Er is bijvoorbeeld nog veel onduidelijkheid over wat voor wiet mag worden geproduceerd; bij te zwakke of te weinig diverse wiet wordt de legale productie van de proef alsnog door de zwarte markt weggeconcurreerd.

Bij gemeenten aan de grens wordt bovendien gesproken over het verplicht opleggen van een ingezetenencriterium. Alleen inwoners die in het bezit van een wietpas zijn zouden dan vrijelijk wiet kunnen kopen. Dit heeft als doel wiettoerisme tegen te gaan. Veel klanten voelen zich door die regeling echter in hun privacy aangetast en zoeken hun ontspanning elders. De ervaring leert dat dit criterium enkel zorgt voor een toename van het aantal capuchondealers op de straathoeken. Het ingezetencriterium is daarom funest voor de eerlijke handelaren.

Deze onmogelijke voorwaarden lijken voornamelijk uit politiek belang te zijn geformuleerd. Met de kwaliteit van de proef heeft het weinig te maken. Volgens de Commissie Knottnerus staan belanghebbenden al klaar om de resultaten negatief te framen. En dat terwijl de commissie meent dat de proef al is geslaagd als legalisering geen nadelige gevolgen heeft op het gebied van volksgezondheid en criminaliteit. De proefvoorwaarden zijn gelukkig nog niet in beton gegoten. De Jonge Democraten hopen daarom dat het kabinet de adviezen van Knottnerus overneemt.

De aanbevelingen van de commissie liggen op dit moment ter reflectie bij het kabinet. De Jonge Democraten roepen Grapperhaus op een fatsoenlijke versie van de proef voor te stellen. Zonder verplichting na de proef terug te keren naar de illegale situatie, zonder ingezetenencriterium en met voldoende ruimte voor de markt. Een mislukte proef zal voor tegenstanders namelijk nog jaren munitie zijn om Nederland een reëel en uitvoerbaar drugsbeleid te ontzeggen. Dit is het moment om een einde te maken aan ons hypocriete gedoogbeleid!

 

Door Kevin Brongers en Desiree Klomp