De werknemers- en werkgeversorganisaties hebben onlangs een doorbraak gecreëerd in de pensioendiscussie. Het huidige pensioensysteem is niet meer te betalen en daarvoor moet een oplossing worden gevonden. De FNV en VNO-NCW hebben besloten de rekening bij de volgende generatie te leggen, persoonlijke keuzevrijheid niet te vergroten en de hele beweging richting persoonlijke pensioenpotjes ongedaan te maken. “De vakbonden en de werkgeversorganisaties zijn vergrijsde organisaties. Het is niet in hun belang om daadwerkelijk een toekomstbestendig en eerlijk pensioensysteem te creëren”, aldus voorzitter van de Jonge Democraten Kevin Brongers.

De Jonge Democraten verzetten zich tegen de langzamere verhoging van de AOW-leeftijd. “We moeten gewoon onder ogen komen dat de AOW-leeftijd met de levensverwachting mee moet groeien, zodat later iedereen nog fatsoenlijk met pensioen kan gaan. Daarnaast moet er ook nog een flinke inhaalslag worden gemaakt, omdat de AOW leeftijd al sinds de invoering ongewijzigd is””, reageert Brongers op het voorstel van de vakbonden. Met dit pensioenakkoord wordt ook de beweging richting individuele pensioenpotjes teruggedraaid en blijft het huidige onoverzichtelijke systeem van aanspraken en collectieve beleggingen bestaan. Hierdoor blijft het mogelijk om geld dat de ene generatie heeft gespaard uit te keren aan een andere generatie. Ook blijft het onmogelijk om je eigen pensioenfonds te kiezen; je pensioenfonds blijft sectorgebonden. Hierdoor behouden de vakbonden veel macht over de pensioenen van mensen. “Het is duidelijk dat de vakbonden alleen aan hun eigen macht en hun eigen leden hebben gedacht en geen oog hebben voor de toekomst”, zegt  Brongers.

Als het aan de Jonge Democraten ligt, krijgen de sociale partners een minder grote rol. ‘Wij jongeren houden ons heel veel bezig met pensioenen. Laatst hebben wij nog samen met de politieke jongerenorganisaties van de coaitiepartijen onze toekomstvisie op het pensioenstelsel gepresenteerd. Wat de vergrijsde sociale partners ook zeggen: wij blijven opkomen voor onze visie en voor alle jongeren in Nederland die net zo goed een eerlijk pensioen verdienen’, concludeert Kevin Brongers.