Virtuele kinderporno
De ALV van de JD, bijeen te Amsterdam op 15-16 juni 2019,
constaterende dat
- Het maken, bezitten, bekijken en verspreiden van virtuele kinderporno strafbaar is;
- Pedofilie een aangeboren en niet geneesbare seksuele oriëntatie is;
- Gewelddadige games, films en boeken niet verboden zijn omdat er uitgebreid wetenschappelijk bewijs is dat deze niet tot gewelddadig gedrag leiden;
- Er beperkt wetenschappelijk bewijs is dat het kijken van virtuele kinderporno de kans op kindermisbruik niet vergroot.
overwegende dat
- Het door bovenstaande aannemelijk is dat virtuele kinderporno de kans op kindermisbruik niet zal vergroten;
- Het bekijken van virtuele kinderporno pedofielen mogelijk zou kunnen helpen om hun gevoelens te leren kennen zonder schade aan andere mensen;
- Kindermisbruik vaak een impulsieve daad is en impulsieve daden voort kunnen komen uit onderdrukte gevoelens;
- Het bekijken van virtuele kinderporno er waarschijnlijk toe leidt dat pedofielen (door het substitutie-effect) minder geneigd zijn om kinderporno met echte kinderen te bekijken;
- Gedrag alleen verboden zou moeten worden op het moment dat het schade toebrengt.
- Het te risicovol is om te legaliseren op basis van het beperkte bewijs dat er nu is.
spreekt uit dat
- Er vanuit de overheid onderzoek gedaan moet worden naar het verband tussen het kijken naar virtuele kinderporno en (i) het kijken naar echte kinderporno en (ii) het misbruiken van minderjarigen.
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting:
De reden dat het legaliseren van virtuele kinderporno tot minder bekijken van echte kinderporno zal leiden is het substitutie-effect. Dit betekent dat als je 2 producten hebt die een vergelijkbare rol hebben en je de toegankelijkheid van product 1 verhoogt dat er dan minder van product 2 wordt geconsumeerd. Virtuele kinderporno is geanimeerde of getekende afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen.