Inburgeringscursus nationaliseren
Constaterende dat:
- De staat tot 2013 de inburgeringscursus regelde: ‘omwille van publieke belangen als het tegengaan van segregatie, gelijkwaardige ontplooiingskansen, economische zelfredzaamheid’;
- Het privatiseren van de inburgeringscursus heeft geleid tot lagere slagingspercentages (44,1% tegen 80%), slechtere transparantie van aanbieders en slechter Nederlandssprekende statushouders;
- Goede beheersing van de Nederlandse taal zelfredzaamheid en integratie bevordert;
- Statushouders die het inburgeringsexamen niet binnen 3 jaar halen een boete kunnen ontvangen (€1250) en de kosten voor hun geprivatiseerde inburgeringscursussen moeten terugbetalen (>€3000);
- Statushouders die het inburgeringsexamen niet binnen 3 jaar halen hun bijstandsuitkering kunnen verliezen en hun verblijfsvergunning ingetrokken kan worden.
Overwegende dat:
- Kwaliteit en emancipatie binnen de inburgering voorop moeten komen te staan;
- Statushouders niet aan hun lot overgelaten moeten worden, maar moeten worden aangemoedigd om goed in te burgeren;
- Een winstoogmerk niet past bij het doel van het integreren van asielzoekers;
- Nationalisering ook inherente risico’s kent, maar dat de voordelen opwegen tegen de nadelen;
- Participatie en zelfredzaamheid beginnen na een goede inburgering;
- Het de taak van de samenleving is om de instrumenten te bieden waarmee statushouders kunnen integreren;
- Het nationaliseren van inburgeringscursussen de overheid de kans biedt om meer emancipatoir en effectiever beleid te voeren.
Spreekt uit dat:
- De inburgeringscursus weer een publieke taak moet worden.