Al 20 jaar, sinds de opschorting van de opkomstplicht, krijgt elke 17-jarige man een brief op de mat met daarin de melding dat zij ingeschreven staan voor dienstplicht. Mocht er zich een noodsituatie afspelen, kan elke man tussen de 17 en 45 worden opgeroepen. Vrouwen niet. Gelukkig is hier verandering in aangebracht: oud-minister van Defensie Hennis heeft dit middels een wetswijziging mogelijk gemaakt, ook al moet de Eerste Kamer nog instemmen.
Het is vanzelfsprekend dat vrouwen net zo goed dienstplichtig zijn als mannen, zo pleiten de Jonge Democraten. Het is fantastisch dat een meerderheid in de Tweede Kamer voor deze nieuwe wet heeft gestemd (alleen de SGP en het FVD stemden tegen), maar tegelijkertijd verbazingwekkend dat deze maatregel maar liefst tot 2018 op zich heeft laten wachten. Het is tevens moeilijk te geloven dat deze wetswijziging door sommigen slechts als een ‘symbolisch gebaar’ wordt gezien of als ‘anti-feministisch’ wordt bestempeld. Moet er in 2018, na jaren van emancipatie, nog discussie bestaan over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen?
Defensie heeft als onderdeel van de overheid een voorbeeldfunctie voor Nederlandse organisaties en instellingen, ook zonder noodsituatie op eigen bodem. Zolang de staat vrouwen geen melding stuurt met daarin een inschrijving voor dienstplicht, blijft het idee bestaan dat vrouwen minder bij kunnen dragen en beschermt dienen te worden door mannen – hetgeen betuttelend en seksistisch is. Daarnaast draait Defensie niet meer vooral om spierkracht, zoals in het verleden zo was, maar ook om kennis en vaardigheden. Het argument dat in het verleden werd gebruikt dat mannen gemiddeld sterker zijn gaat daarom niet op. Er dient gebruik te worden gemaakt van alle Nederlanders die de juiste capaciteiten bezitten.
Defensie heeft ook nu, zonder noodsituatie op eigen bodem, vrouwelijke versterking nodig. Van alle uitdagingen waar Defensie voor staat is het tekort aan personeel misschien wel de grootste. Verder bestaan inspanningen van Defensie veelal uit steun aan vredesmissies, waarin het internationaal – vooralsnog – hoog in aanzien staat. De onlangs gepubliceerde Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie noemt hierbij expliciet het belang van VN-resolutie 1325, waarin de noodzaak van vrouwelijke soldaten of peacekeepers voor het bewerkstelligen van duurzame vrede bevestigd wordt. Natuurlijk is het nog maar de vraag of de plechtige brieven, die voortaan ook jonge Nederlandse vrouwen moeten mededelen dat ze als dienstplichtige staan ingeschreven, hun bereidheid bij Defensie carrière te maken wezenlijk zullen veranderen. Maar door vrouwen en mannen wat betreft dienstplicht gelijkwaardig te behandelen wordt de eerste stap al wel gezet.
Naast het feit dat deze maatregel als ‘symbolisch’ wordt beschouwd, is er ook een groep Nederlanders die de maatregel juist ziet als het niet gelijk behandelen van mannen en vrouwen. Voor vrouwen zou het namelijk veel zwaarder zijn om te worden opgeroepen dan mannen en, zo wordt er gezegd, vrouwen hebben het in het algemeen al zwaarder in hun leven. Ze moeten harder werken voor dezelfde banen, krijgen niet hetzelfde betaald en moeten (volgens velen) ook nog eens een kind baren. Deze argumenten staan wat ons betreft haaks op de definitie van gelijkwaardigheid. Wanneer mannen en vrouwen gelijkwaardig behandeld worden, betekent dit namelijk dat zij niet enkel dezelfde rechten hebben, maar ook dezelfde plichten kennen- waaronder dienstplicht.
Met de behandeling van deze wetswijziging in de Eerste Kamer wordt het hopelijk officieel dat vrouwen, net als mannen, op hun 17e een brief ontvangen en door Defensie gelijk worden behandeld. Wij zien deze wetswijziging als een vanzelfsprekendheid.