Jongeren worden veel te weinig betrokken bij de politiek, terwijl politieke beslissingen wél een grote invloed hebben op hun levens. Dat stellen Kevin Brongers en Lysanne van Schaik van de Jonge Democraten. Zij pleiten voor een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar.

Betrokken raken bij politiek kan al op jonge leeftijd. Steeds meer jongeren sluiten zich bijvoorbeeld aan bij politieke jongerenorganisaties. Dit is van groot belang: in een land dat in steeds sneller tempo aan het vergrijzen is, zijn jongeren nodig om de politiek levend te houden. Ondanks de groei van het aantal leden van 11 politieke jongerenorganisaties en initiatieven als ‘De Stembus’ van Tim Hofman, neemt het vertrouwen van jongeren in de politiek juist af. Met de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum over de sleepwet in het vooruitzicht, is het belangrijk de volgende vraag te stellen: worden jongeren wel serieus genomen als het op politiek neerkomt?

Het antwoord op deze vraag is: nee. Vaak niet. Toch doen jongeren volledig mee in de maatschappij. Jongeren mogen vanaf hun 16e jaar onder andere werken, scooterrijden, een testament opstellen en onder voorwaarden autorijden en op zichzelf wonen. Vanaf hun 16e jaar moeten jongeren belasting betalen, moeten ze zich kunnen identificeren en mogen ze door een rechter worden veroordeeld als volwassenen. 16-jarigen hebben allerlei plichten en veel rechten, maar het meest cruciale recht dat je in een democratie kan hebben ontbreekt: stemrecht.

Dat deze jongeren niet mee mogen beslissen over hun eigen toekomst is ronduit schandalig en geeft het verkeerde signaal. Het aantal 50+’ers blijft harder stijgen dan het aantal kinderen, en daardoor ook hun invloed bij verkiezingen. Steeds meer partijen pleiten bijvoorbeeld voor het verlagen van de AOW-leeftijd, wat een grote negatieve invloed zou hebben op de oudedagsvoorziening van de jongeren van nu. Ouderen zouden in groten getale arm zijn, terwijl uit de cijfers blijkt dat er veel meer armoede onder kinderen is. Jongeren moeten langer met de gevolgen leven van beleidskeuzes dan ouderen, en toch hebben zij er tot hun achttiende levensjaar niks over te zeggen. Jongeren dienen vertegenwoordigd te worden in onze politiek en moeten serieus worden genomen.

Over een aantal dagen mag iedere stemgerechtigde naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen om onze volksvertegenwoordiging op gemeentelijk niveau te kiezen. Ook hier is de trend zichtbaar: uit eerdere gemeenteraadsverkiezingen blijkt dat er veel meer ouderen gaan stemmen dan jongeren. Dit doet behalve wat met de omgeving, ook wat met de vertegenwoordigers die in de gemeenteraad terecht komen. Te vaak worden gemeenten bestuurd door oude witte mannen. Dit kan en mag niet de realiteit zijn. Er moeten vertegenwoordigers van elke groep in de samenleving in de gemeenteraad aanwezig zijn.

Tegenstanders van een lagere stemgerechtigde leeftijd werpen vaak de vraag op of jongeren van 16 of 17 jaar wel in staat om te stemmen. Wij beantwoorden die vraag volmondig met ja. Leeftijdsgrenzen zijn immers voor een groot gedeelte willekeurig. Jongeren van 16 en 17 jaar hebben bovendien ruim tien jaar onderwijs genoten en hebben daardoor een goede basis om weloverwogen beslissingen te maken. Daarnaast kan het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd, in combinatie met meer aandacht voor politiek en burgerschap in het onderwijs, jongerenparticipatie sterk stimuleren. Dit is het moment om woorden om te zetten in daden. Wil de politiek jongeren serieus nemen, dan is het nodig jongeren letterlijk bij de politiek te betrekken. In Rotterdam wordt komende verkiezingen voor de gebiedscommissies een proef gestart om jongeren vanaf 16 jaar al stemrecht te geven. Wat ons betreft een fantastisch initiatief dat ook bij landelijke verkiezingen ingevoerd mag worden. Geef jongeren hun stemrecht!