Eed voor Kamerleden

De ALV van de JD, bijeen te Maastricht op 10-11 juli 2021

Constaterende dat:

• Kamerleden een eed zweren bij intreden, waarbij zij trouw zweren/beloven aan de koning.

Overwegende dat:

• Dit impliceert dat alle Kamerleden voorstander van het koningshuis moeten zijn;
• Kamerleden wel mogen kiezen tussen het afleggen van een christelijke en niet-christelijke variant van de eed;
• Kamerleden in de eerste plaats volksvertegenwoordigers zijn;
• Niet elk Kamerlid voorstander van het Koningshuis is en/of behoort te zijn;
• Het niet logisch is om trouw te zweren aan de Koning, terwijl je een tegenstander van het Koningshuis bent.

Spreekt uit dat:

• Er een variant op de eed moet komen voor Kamerleden die geen trouw willen zweren aan het Koningshuis, waarbij in plaats van aan de Koning trouw wordt gezworen aan de Grondwet.