TV-Cartoons voor Kinderen

Constaterende dat:

Cartoons voor kinderen steeds verder geoptimaliseerd worden om 100% van de aandacht van kinderen op te eisen door ze steeds sneller, luider en kleurrijker te maken;
Wetenschappelijk onderzoek al minstens een decennium aantoont dat dergelijke cartoons op de korte termijn significante impact hebben op de executieve functies – bv. de spanningsboog, het kortetermijngeheugen, en de zelfregulering – van kinderen;
Er serieuze zorgen zijn over de langetermijneffecten van dergelijke cartoons op kinderen;
De hoeveelheid van deze ‘super-stimulerende’ cartoons alleen maar toegenomen is, en de mogelijkheid voor ouders om te kiezen voor alternatieven steeds beperkter wordt.

Overwegende dat:

We een plicht hebben onze kinderen fysiek én geestelijk gezond op te voeden, en cartoons met dergelijke schadelijke kortetermijneffecten daar niet bij passen;
De langetermijneffecten van dergelijke cartoons op de ontwikkeling van een kind vooralsnog slecht bestudeerd zijn;
Dit niet de enige arena is waar de aandachtseconomie impact heeft op onze samenleving.

Spreekt uit dat:

Er robuuste en verantwoordelijke wetgeving moet komen die de schadelijke effecten van cartoons via de publieke omroep en commerciële omroepen aan banden legt door het stellen van concrete kaders voor Tv-programma’s voor kinderen die gehandhaafd worden door de aangewezen autoriteiten;
En dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de langetermijneffecten van ‘super-stimulerende’ cartoons op (de ontwikkeling van) kinderen.