1F vluchtelingenverdrag
De ALV der Jonge Democraten, bijeen te Tilburg op 7 en 8 februari 2015
Constaterende dat:
- Artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag politieke vluchtelingen, tegen wie vermoedens zijn dat zij oorlogsmisdaden hebben begaan, uitsluit van een asielprocedure;
- De vreemdelingenrechter in Nederland toetst op basis van een ’knowing and personal participation-test’. Dit houdt in dat een vermoeden over een organisatie welke misdaden heeft begaan voldoende is om een individu als oorlogsmisdadiger te labelen;
- Vreemdelingen worden beschuldigd van oorlogsmisdaden maar niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden omdat er geen redelijk vermoeden van schuld aanwezig is;
- De IND veel 1F’ers niet gedwongen uit mag zetten, maar deze mensen wel ongewenst verklaart of een inreisverbod oplegt waardoor zijrechten op sociale voorzieningen verliezen;
- Het nog geen enkele 1F’er gelukt is om zijn of haar onschuld te bewijzen aangezien de IND een omgekeerde bewijslast hanteert en de bronnen van het ambtsbericht geheim zijn;
- De VN, door wie het 1F-beleid is opgesteld, verklaard heeft dat de IND zich niet aan de richtlijnen houdt. Zo wordt 1F collectief in plaats van individueel toegepast en het bewijsmateriaal dat wordt gehanteerd bevat geen bewijs van individuele schuld;
Overwegende dat:
- De Nederlandse vreemdelingenrechter marginaal toetst;
- 1F-slachtoffers zich in een juridisch vacuüm bevinden;
- Mensenrechtenorganisaties kritiek hebben op de inhumane behandeling van 1F’ers;
- De IND zich niet houdt aan de VN-richtlijnen voor toepassing van 1F;
- Er nationaal en internationaal sterk aan de juistheid van het ambtsbericht wordt getwijfeld;
Spreekt uit dat:
- Het huidige systeem voor toetsing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag veranderd dient te worden door over te gaan op individuele toetsing en de objectiviteit en juistheid van ambtsberichten te herzien.