Digitalisering & Automatisering

Voor je ligt het hoofdstuk Digitalisering & Automatisering van de Jonge Democraten. Hierin vind je onze belangrijkste standpunten en visie op deze onderwerpen. Ben je geïnteresseerd in specifiekere punten? Kijk dan eens naar onze moties. Mis je iets in dit hoofdstuk of moet er iets anders? Sluit je aan bij de werkgroep en denk mee!

4. Een digitaal en innovatief Nederland

De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en automatisering zijn talrijk en volgen elkaar in ongekend tempo op. Bovendien hebben deze ontwikkelingen in toenemende mate ook invloed op zo’n beetje elk aspect van ons leven. Als Jonge Democraten zijn we ons ervan bewust dat deze technologische ontwikkelingen allerlei nieuwe kansen met zich meebrengen, maar er tegelijkertijd ook dilemma’s en gevaren zijn. Voor ons is daarom belangrijk dat technologie op duurzame wijze de wereld verbetert voor alle mensen, in plaats van verschillen te vergroten en samenlevingen te ontwrichten. Dat is echter niet vanzelfsprekend. Door het razendsnelle tempo en internationale karakter van deze ontwikkelingen lopen overheid en samenleving eigenlijk continu achter de feiten aan. Wet- en regelgeving heeft moeite de technologische realiteit bij te benen en digitale laaggeletterdheid onder burgers, ambtenaren en politici is een steeds groter probleem. Onze samenleving kan het zich niet langer veroorloven de aanpak van technologische vraagstukken voor zich uit te schuiven of aan anderen over te laten. De Jonge Democraten pleiten daarom voor een inhaalslag om de technologische kennis op alle niveaus en in elke sector drastisch te verbeteren, van de Tweede Kamer tot de bedrijfskantine en het klaslokaal. Dat is de enige manier om technologische vraagstukken te kunnen ondervangen, zowel nu als in de toekomst.

4.1 Een steeds verder digitaliserende samenleving

4.1.1 Digitale vaardigheden verbeteren

In een steeds verder digitaliserende wereld is het ontbreken van digitale kennis en vaardigheden, zogenaamde ‘digitale ongeletterdheid’, een toenemend probleem. Door het hoge tempo waarin digitale vooruitgang plaatsvindt, blijven bepaalde delen van de samenleving achter qua kennis en vaardigheden. Hierdoor wordt het voor hen lastiger om te participeren in de samenleving. Zij ervaren hierdoor problemen in basale, dagelijkse bezigheden. De kloof met hen die makkelijker hun weg op de digitale snelweg kunnen vinden, wordt hierdoor steeds groter. Als Jonge Democraten zien we dat hierdoor situaties ontstaan die grote nadelen met zich meebrengen.

Een samenleving waarin grote groepen mensen op digitaal gebied achterblijven is wat ons betreft niet wenselijk. Daarom vinden de Jonge Democraten dat naast goed onderwijs voor de jongste generaties er stevig moet worden geïnvesteerd in de bijscholing van alle andere generaties. Hierbij mag niet worden vergeten dat digitale ongeletterdheid losstaat van leeftijd, opleidingsniveau, of achtergrond. Deze bijscholing dient grotendeels door de overheid te worden bekostigd, en moet actief worden gepromoot om zoveel mogelijk Nederlanders voor te bereiden op de toekomst.

Daarnaast mag de digitaliserende overheid geen onnodig hoge drempels voor burgers opwerpen. Vooruitgang is er immers voor de mens, en niet andersom. Daarom moeten alle vormen van de digitale overheid zo simpel en toegankelijk mogelijk zijn, en dienen analoge versies beschikbaar te blijven zolang een aanzienlijk deel van de maatschappij daar behoefte aan heeft.

4.1.2 Slimme apparaten en het Internet of Things

In onze leefomgeving worden steeds meer consumentenproducten verbonden met het internet, wat leidt tot het zogeheten ‘Internet of Things’. Daarbij vergaren steeds meer slimme apparaten – van thermostaten tot horloges en van deurbellen tot koelkasten – in toenemende mate gevoelige informatie, zoals fitnessgegevens en de tijden dat iemand thuis is. De toenemende connectiviteit van apparaten brengt op deze manier een groot aantal veiligheids- en privacyrisico’s met zich mee. De Jonge Democraten zijn van mening dat de leveranciers van deze apparaten verantwoordelijk zijn voor het tegengaan van deze risico’s. Daarnaast moeten verwerkers worden verplicht om gebruikers in begrijpelijke taal te informeren waarvoor zij gevoelige gebruikersgegevens gebruiken. Zonder expliciete toestemming mag deze informatie niet worden verwerkt of gedeeld, voor welke doeleinden dan ook.

Hiervoor dienen nieuwe criteria voor de Europese certificering van consumentenproducten te worden opgesteld en moeten er strenge industrienormen voor beveiliging komen. Zo moeten fabrikanten bij alle met internet verbonden elektronica de consument verplicht en toegankelijk voorlichting geven over het juist en veilig gebruik van het product, bijvoorbeeld door producten pas te laten werken wanneer de consument via een automatisch installatieproces een sterk wachtwoord heeft ingesteld.

Daarnaast vinden de Jonge Democraten dat er proactief moet worden opgetreden wanneer in deze producten kwetsbaarheden worden ontdekt. Belangrijke beveiligingsupdates dienen daarom binnen een redelijke termijn te worden uitgerold om consumenten te beschermen tegen aanvallen. Wanneer fabrikanten hier niet in voorzien terwijl dat redelijkerwijs wel van hen mag worden verwacht, vinden de Jonge Democraten dat er sprake is van nalatigheid waarbij in het uiterste geval de fabrikant van de Europese markten dient te worden geweerd.

4.2 Privacy- en gegevensbescherming waarborgen

4.2.1 Privacy van burgers

Bij de Jonge Democraten hebben we privacy hoog in het vaandel staan. Wanneer de overheid over gegevens van burgers beschikt, heeft zij immers een vorm van controle in handen. Inbreuken op de privacy kunnen ervoor zorgen dat mensen een gevoel van controle ervaren. Wanneer zij zich beperkt voelen in hun vrijheid, kan dat tot gevolg hebben dat zij henzelf censureren en daardoor niet meer van de gebaande paden af durven te wijken. In discussies over privacy wordt privacy vaak lijnrecht tegenover veiligheid gesteld. Dit is een valse tegenstelling waar politici zich niet in mee moet laten slepen. Wij geloven dat zonder privacy de vrijheid, en dus de veiligheid, van zowel individu als samenleving in gevaar komt. Daarom mag de overheid alleen de hoogstnodige gegevens verzamelen. De bescherming van privacy mag volgens de Jonge Democraten nooit vergeten worden bij het opstellen van wet en regelgeving.

4.2.2 Privacy van consumenten

We realiseren ons dat ten volle dat het bezitten van grote hoeveelheden consumentengegevens commercieel gezien het nieuwe goud is. Bedrijven kunnen deze gegevens gebruiken als onderdeel van hun verdienmodel of om hun concurrentiepositie te verbeteren door beter in te kunnen spelen op de markt. Het gebruik van consumentengegevens door bedrijven moet echter wel verantwoord, veilig, en met respect voor de privésfeer plaatsvinden. Dat is nog veel te vaak niet het geval, uit winstbejag of uit onwetendheid.

Daarom is een sterke consumentenbescherming nodig. Ten eerste moet de politiek duidelijke grenzen stellen aan wat wel en niet acceptabel is in de commerciële exploitatie van deze gegevens. De huidige grijze gebieden moeten verder worden teruggebracht. Ten tweede moeten bedrijven transparanter en begrijpelijker communiceren naar consumenten welke gegevens zij verzamelen, verwerken en voor commerciële doeleinden gebruiken. Enerzijds dienen bedrijven daarom laagdrempelige samenvattingen over de meest belangrijke doeleinden te tonen, zodat gebruikers een goed beeld hebben van wat er met hun gegevens gebeurt. Anderzijds mag in de uitgebreidere toelichting de informatie niet worden beperkt tot vage mededelingen, maar moet in hetzelfde detailniveau als dat de gegevens worden verzameld inzichtelijk worden gemaakt waarvoor deze gegevens worden gebruikt. Ten derde moeten consumenten betere voorlichting en meer keuze-opties krijgen om de controle te houden over hun eigen gegevens. Bedrijven moeten mensen beter in staat stellen om hier een bewuste keuze in te maken door expliciete en transparante voorwaarden op te nemen. Zo houdt de persoon over wie de persoonsgegevens gaan altijd zeggenschap over wat er met hun persoonsgegevens gebeurt.

Daarnaast moeten gegevensportabiliteit en onderlinge compatibiliteit de norm worden, zodat consumenten eenvoudig hun gegevens bij een bedrijf mee kunnen nemen naar een concurrent. De nu nog vaak ingewikkelde bezwaarprocedures, verwijderverzoeken, en het intrekken van toestemmingen moeten toegankelijk worden gemaakt voor de gemiddelde consument.

4.2.3 Onderzoeken binnen de persoonlijke levenssfeer

Mensen die verdacht worden van ongewenst gedrag, fraude, of strafbare feiten worden relatief snel geconfronteerd met inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer. Steeds meer organisaties binnen de overheid en de (semi)publieke sector menen dat zij onderzoeken mogen instellen tegen individuen terwijl dit vroeger uitsluitend het domein was van de veiligheids- en politiediensten. De Jonge Democraten maken zich ernstig zorgen over deze ontwikkeling. Daarom vinden we het belangrijk dat er strengere en wettelijk vastgelegde regels worden opgesteld waarin wordt verduidelijkt onder welke omstandigheden, en in hoeverre, organisaties specifieke onderzoeksmethoden mogen gebruiken die de persoonlijke levenssfeer (kunnen) schenden. Ook dient voor alle organisaties wettelijk te worden vastgesteld om welke redenen de uit deze methoden verkregen gegevens mogen worden bewaard, en op welke termijn deze gegevens moeten worden vernietigd. In geen enkel geval mag een organisatie zich beroepen op een ‘carte blanche’ voor het bewaren van gegevens; de bewaar- en vernietigingstermijnen dienen alomvattend en strikt te worden gehandhaafd. Organisaties moeten daarnaast openbaar kenbaar maken welke onderzoeken zij uitvoeren als onderdeel van hun werkzaamheden, en burgers moeten te allen tijde via een online register kunnen inzien bij welke organisaties zij onderdeel zijn (geweest) van een onderzoek.

4.2.4 Zorg voor goede gegevensbeveiliging

In de strijd tegen criminaliteit en terrorisme wensen opsporingsdiensten via ‘backdoors’, bewust veroorzaakte lekken in software, mee te kunnen lezen in digitale communicatie. Naar mening van de Jonge Democraten is dit ongegrond en onverstandig. Deze backdoors raken namelijk niet alleen criminelen maar alle gebruikers, en kunnen naast de autoriteiten ook door kwaadwillenden worden gebruikt. Ook encryptie, de veilige versleuteling van gegevens met behulp van algoritmes, mag niet worden afgezwakt om wat voor reden dan ook. Voor journalisten, activisten, advocaten, en patiënten is de beveiliging die encryptie biedt letterlijk van levensbelang.

4.3 Cyberweerbaarheid vergroten

4.3.1 Cybercriminaliteit aanpakken

In een steeds meer digitaliserende samenleving komt een toename van de hoeveelheid cybercrime niet als een verrassing. Opsporingsdiensten moeten over de middelen beschikken om ook in dit domein hand te haven, maar dit mag niet ten koste gaan van de grondrechten van burgers. Tegelijkertijd mag misdaad nooit lonen. Het betalen van losgeld bij digitale afpersing houdt dit criminele verdienmodel in stand en biedt geen garantie dat de gegijzelde systemen worden bevrijd. Via beperkingen of boetes op het betalen van losgeld kan het voor gegijzelden onaantrekkelijk worden gemaakt om voor de criminelen te zwichten. Daarnaast is voorkomen altijd beter dan genezen. Het is daarom belangrijk dat alle organisaties in de (semi)publieke en vitale sectoren aan via wettelijk vastgelegde back-up-eisen voldoen zodat zij in veel mindere mate kwetsbaar zijn voor dergelijke aanvallen.

4.3.2 Spionage en sabotage voorkomen

Het digitale domein wordt in toenemende mate gebruikt door verschillende internationale actoren voor spionage, sabotage en ondermijning van de samenleving. Daarbij zullen digitale wapens in de toekomst in toenemende mate worden ingezet. Ook tegen Nederlanders, want onze topklasse kenniseconomie met wereldwijde connecties maakt ons een favoriet doelwit. De Jonge Democraten vinden het daarom belangrijk dat de Nederlandse overheid de veiligheid van onze digitale infrastructuur en omgeving kan blijven waarborgen. Hiervoor is het noodzakelijk dat zowel de inlichtingen- en veiligheidsdiensten als Defensie investeren in een slagkrachtige defensieve cybercapaciteit. Het Nationaal Cyber Security Centrum fungeert daarbij als de spin in het web van de Nederlandse digitale veiligheid. Dat doet het door de vitale en publieke sectoren periodiek te evalueren, de relevante overheden, bedrijven, en instellingen te ondersteunen bij het nemen van preventieve maatregelen, en informatie over nieuwe dreigingen te delen met alle sectoren. Bij grootschalige cyberincidenten coördineert het Centrum de incidentafhandeling om zo de dreiging zo snel mogelijk te beëindigen en de schade zoveel mogelijk te beperken.

4.3.3 Melding maken van beveiligingslekken

Een belangrijk middel voor een digitaal beveiligd Nederland is de regeling dat een goedwillende hacker zonder vrees voor vervolging een gevonden beveiligingslek kan melden bij de betreffende organisatie, de zogeheten Coordinated Vulnerability Disclosure. De wetgever, het Openbaar Ministerie en het Nederlandse bedrijfsleven dienen zich uit te blijven spreken vóór deze ontwikkeling, maar moeten tegelijkertijd duidelijke grenzen stellen aan wat een goedbedoelende hacker mag onderzoeken. Het binnen deze grenzen en tijdig melden van veiligheidslekken moet bij wettelijke grondslag toegestaan zijn, onder andere als uitzondering op de Wet Computercriminaliteit. Ook moet de overheid dit beleid breder onder de aandacht van de maatschappij brengen zodat meer organisaties en bedrijven dit beleid overnemen.

4.4 De toekomst van Big Tech 

4.4.1 De (on)wenselijkheid van techmonopolies

Recente technologische ontwikkelingen en explosieve groei hebben geleid tot het ontstaan van een verzameling van enorme techbedrijven. Deze techmonopolies overstijgen de landsgrenzen, kennen sterke netwerkeffecten, en gebruiken bijzondere bedrijfsmodellen. Deze combinatie leidt tot de verstoring van markten, verlamming van overheden, en schaadt consumenten. Het mededingingsrecht is op papier het sterkste overheidsinstrument om de door techmonopolies veroorzaakte problemen aan te pakken maar blijkt tot nu toe weinig effectief. De Jonge Democraten vinden het gebrek aan daadkrachtige handhaving uiterst zorgwekkend. Daarom zijn wij voorstander van het moderniseren en versterken van het mededingingsrecht. Zo moeten nieuwe handhavingsinstrumenten voortaan voorkomen dat techbedrijven serieuze concurrentie onmogelijk maken, zelfstandig de regels voor hele markten dicteren, en consumenten dwingen bij hen diensten af te nemen. In het uiterste geval worden techmonopolies opgeknipt naar losse bedrijven om zo de balans in de vrije markt te herstellen.

4.4.2 Bestrijding van desinformatie

Afgelopen jaren is gebleken dat ‘Big Tech’, de groep van grootste bedrijven uit de digitale technologiesector, niet alleen gigantische invloed op de markt maar ook op het publieke debat heeft. Iedereen kan berichten plaatsen waardoor het mogelijk is dat onware berichten worden verspreid voor politieke of economische doeleinden. Bovendien wordt informatie op deze platforms wezenlijk anders geconsumeerd dan voorheen. Waarheid en leugens zijn steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden. Aanbevelingsalgoritmes, microtargeting, en bots leiden tot zelfbevestigende filterbubbels of zelfs radicaliserende echokamers. Deze ontwikkelingen hebben steeds meer impact op onze maatschappij, waaronder ook onze democratie, volksgezondheid, en veiligheid. De Jonge Democraten zien in de praktijk dat zelfregulering door platforms niet genoeg is. Een ‘Ministerie van Waarheid’ is evenmin wenselijk. In plaats daarvan pleiten we voor een combinatie van Europese wet- en regelgeving, zelfregulering door Big Tech waarbij samengewerkt wordt met onafhankelijke factcheckers en onderzoeksjournalisten, en toezicht daarop door de rechter. Big Tech moet enerzijds hun eigen verantwoordelijkheid nemen, en anderzijds moet de politiek duidelijke ethische kaders en normen scheppen via Europese wet- en regelgeving.

Ook misleidende reclame is op grond van de Nederlandse Reclame Code verboden. Desondanks zien de Jonge Democraten dat het stelselmatig voorkomt dat advertenties op het internet misleidend zijn. Denk daarbij aan smartphone apps die niet-bestaande functies tonen, start-ups die onrealistische beloftes doen over de werking van een aangeboden product, en allerlei trucs waar je binnen korte tijd veel geld mee zou kunnen verdienen. Zulke advertenties beperken zich niet alleen tot obscure websites, maar zijn ook volop aanwezig op grote platforms zoals Facebook, YouTube, en Google Ads. Daarom vinden de Jonge Democraten dat er strengere eisen moeten worden gesteld aan de controle en handhaving door bedrijven die online advertentiemogelijkheden verkopen, zodat gebruikers niet langer worden geconfronteerd met misleidende advertenties met alle mogelijke gevolgen van dien.

4.5 De digitale overheid

Bij het maken van nationale wet- en regelgeving dient rekening te worden gehouden met de internationale dimensie van digitalisering om tot handhaafbare regels te komen. Wanneer een digitale innovatie in Nederland verboden is en in het buitenland niet, is dit verbod met een kleine omweg alsnog te omzeilen. Desalniettemin benadrukken de Jonge Democraten dat ons land koploper moet blijven als het om het reguleren van digitale kwesties gaat. Daarom moet Nederland het initiatief nemen in onderhandelingen voor internationale verdragen voor het digitale domein, zodat ons land innovatief blijft in een veilige wereld.

4.5.1 Naar één digitaal overheidsloket

Op het gebied van de digitale overheid is er nog een wereld te winnen. De overheid loopt op digitaal gebied achter op het bedrijfsleven, en is vaak verre van voldoende toegankelijk voor burgers en ondernemers. De overheid moet juist een voorbeeld worden voor de rest van de samenleving. Zo zijn er nog grote slagen te maken in het online regelen van vergunningsprocedures, gemeentelijke dienstverlening, en aanvragen rondom werk en inkomen. De Rijksoverheid dient erop toe te zien dat dit zowel bij al haar organisaties als bij alle decentrale overheden gebeurt. Op de langere termijn wensen de Jonge Democraten dat het uitgebreide lappendeken aan digitale overheidsloketten worden samengebracht naar Ests model, tot één portaal voor burgers en één portaal voor bedrijven. Binnen deze portalen worden de berichtgeving, formulieren, en dienstverlening van alle overheidsorganisaties op elk bestuursniveau toegankelijk gemaakt, zodat er revolutionaire stappen kunnen worden gezet richting een laagdrempelig, persoonlijk, en transparant overheidsbestel.

4.5.2 Een transparante overheid

Nederlandse (semi)overheidsinstellingen moeten zo transparant en toegankelijk mogelijk gaan werken. Daarom wordt het via open source en met open data publiceren de norm, en wordt het in de praktijk toepassen daarvan ondersteund door de bijscholing van alle relevante medewerkers in de (semi)publieke sector. Door daarnaast te investeren in het toegankelijk, inzichtelijk en doorzoekbaar maken van niet-persoonlijke overheidsgegevens zet de overheid een standaard voor transparantie waar ook de rest van de maatschappij aan gehouden kan worden. Om de transparantie te bevorderen vinden de Jonge Democraten dat bij geautomatiseerde besluiten, of bij besluiten gemaakt met behulp van een algoritme, de betreffende persoon hier altijd kennis van moet kunnen nemen. Daarom moet bij ingrijpende besluiten deze informatie actief worden gecommuniceerd, en kan voor overige besluiten bijvoorbeeld een besluiten-logboek worden bijgehouden die de betreffende persoon desgewenst kan inzien.

4.5.3 Een Ministerie van Digitale Zaken

Elke overheidsorganisatie op elk niveau heeft in toenemende mate te maken met digitalisering. Niet alleen in de dienstverlening naar burgers toe, maar ook bij de uitvoering van interne processen en het minimaliseren van veiligheidsrisico’s. De huidige decentrale aanpak, waarbij elke organisatie verantwoordelijk is voor de eigen digitale infrastructuur, is echter omgeven door controverse. ICT-projecten bij de overheid zijn synoniem geworden met forse kostenoverschrijdingen, structurele personeelstekorten, jarenlang uitstel, onvoldoende beveiliging, organisatorische barrières, en desastreuze fouten. Daarom pleiten de Jonge Democraten voor het oprichten van een Ministerie van Digitale Zaken. Binnen dit ministerie worden in ieder geval het Bureau ICT-Toetsing, het Digital Trust Center, het Agentschap Telecom, de vele ICT-projectteams, en de Digitaliserings-strategie samengebracht. Tegelijkertijd wordt er geïnvesteerd in het fors verhogen van het aantal ICT-specialisten in vaste dienst bij de Rijksoverheid, om zodoende de huidige norm van dure uitbestedingen aan marktpartijen uit te faseren. De Minister van Digitale Zaken wordt daarmee verantwoordelijk voor de uitvoering van ICT-projecten, het reguleren van overheidsgegevens, en de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven.

4.5.4 Algoritmes bij de overheid

Steeds vaker worden overheidsbeslissingen genomen op basis van geavanceerde rekenmodellen, oftewel algoritmes. Deze zijn echter niet onfeilbaar: zowel computers als de mensen die met ze werken maken fouten. Zo kan een onschuldig iemand door een stukje code dat een verkeerde beslissing maakt plotseling schuldig lijken, terwijl de software geen entiteit is die je daarvoor verantwoordelijk kunt houden. Om die reden mag het nooit zo zijn dat een computer namens de overheid beslissingen neemt die ingrijpende gevolgen hebben voor individuen, anders dan lichte overtredingen. De werking van alle algoritmes die de overheid gebruikt om beslissingen te maken moet daarnaast openbaar en controleerbaar zijn, zodat derden en betrokkenen dergelijke beslissingen kunnen traceren en aanvechten. Dit betekent ook dat dergelijke rekenmodellen slechts dienen als hulpmiddel; een persoon zal altijd de uiteindelijke beslissing moeten nemen en daarvoor verantwoordelijk zijn. Wanneer met behulp van een algoritme een besluit wordt genomen dat gevolgen heeft voor iemands leven, dan is transparantie over het genomen besluit noodzakelijk. Transparantie betekent ten minste dat de betreffende persoon moet worden geïnformeerd dat een algoritme is gebruikt, hoe algoritmes binnen de organisatie worden gebruikt, en waarom het algoritme dit besluit adviseerde.

4.5.5 Handhaving en toezicht verbeteren

De verwerking van persoonsgegevens creëert onvermijdelijk aanzienlijke risico’s voor discriminatie, gegevensmisbruik, en datalekken. De Jonge Democraten zijn van mening dat alleen met een stevig systeem van controles en waarborgen burgers tegen deze risico’s kunnen worden beschermd. Toezichthouders krijgen het budget, de capaciteit, en het onafhankelijk mandaat om proactief onderzoeken te starten naar de inzet van algoritmes en de veilige verwerking van persoonsgegevens en om adequaat te reageren op meldingen van gegevensmisbruik. Tevens zien we dat steeds meer handhavingszaken zich afspelen binnen de complexe Europese digitale interne markt. De lappendeken aan nationale toezichthouders moet daarom worden aangevuld, en waar nodig worden vervangen, met een Europese collega-dienst van de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit centrale orgaan zal ingrijpen bij zaken waar meerdere lidstaten bij betrokken zijn en zal nationale toezichthouders bijstaan en  ontlasten bij het toezicht op de Big Tech.

De Jonge Democraten constateren daarnaast dat veel burgers en bedrijven nog niet goed op de hoogte zijn van hun privacyrechten en -plichten. Bovendien zijn burgers zich te weinig bewust van wat er gebeurt met hun gegevens. Hier zien de Jonge Democraten een grote rol weggelegd voor de Rijksoverheid en het maatschappelijk middenveld. Er dient voortdurend te worden geïnvesteerd in privacy-wijsheid, bijvoorbeeld via het onderwijs, publiekscampagnes, en verplichte jaarlijkse bijscholing voor medewerkers die gegevens verwerken.

4.5.6 Automatisering en verantwoordelijkheid

In toenemende mate spelen er vraagstukken over de verantwoordelijkheid voor volledig geautomatiseerde processen, zoals wanneer een zelfrijdende auto een ongeluk veroorzaakt. Het is lastig om één lijn te stellen in vraagstukken als deze. De Jonge Democraten denken daarom dat het belangrijk is om in dit soort gevallen aansluiting te zoeken bij al bestaande wetgeving en rechtspraak die betrekking hebben op vergelijkbare ‘ouderwetse’ gevallen in de ‘offline wereld’. Deze kwesties dienen van geval tot geval bekeken te worden.

4.6 Bescherming van het auteursrecht 

Dankzij de digitale revolutie is het eenvoudiger geworden om snel en gemakkelijk toegang te krijgen tot films, muziek, boeken, en software. Op dit moment kunnen de rechthebbenden op een intellectueel eigendom, zoals de auteurs, geld verdienen dankzij het exclusieve recht dat zij bezitten op de exploitatie van hun werk. Tegelijkertijd worden er veel bestanden gratis op internet verspreid door niet-rechthebbenden. Als Jonge Democraten vinden we dat een balans moet worden gevonden tussen de belangen van consumenten en de belangen  van auteursrechthebbenden. We keuren daarom een langdurig exclusief recht van auteurs af, maar ook het zonder toestemming van de rechthebbenden uploaden en downloaden van auteursrechtelijk beschermde content. Als auteursrechten te snel vervallen krijgen auteurs geen kans hun investering terug te verdienen en winst te maken. Als zulke rechten echter te lang blijven bestaan, wordt het teren op het verleden beloond en kunnen anderen geen afgeleide werken maken. Dat kan ten koste gaan van nieuwe innovaties en culturele ontwikkelingen. Daarom moet het auteursrecht wat ons betreft behouden blijven tot twintig jaar na het overlijden van de maker. Tevens pleiten we voor een auteursrecht tot twintig jaar voor werken die gemaakt zijn door een rechtspersoon.

Behalve de duur van het auteursrecht, is ook de wijze waarop de auteursrechtelijke bescherming wordt geëffectueerd van belang. De Jonge Democraten zien de informatievrijheid als uitgangspunt en keuren het daarom af om iedere gebruiker van andermans auteursrecht per definitie te bestempelen als crimineel. Pas wanneer een persoon stelselmatig inbreuken pleegt op andermans auteursrecht en daarvan zijn beroep maakt zou schending van het auteursrecht moeten leiden tot strafrechtelijke vervolging.

Tegelijkertijd moeten kleine auteurs worden ondersteund in het beschermen van hun auteursrecht. Om die reden is het onzes inziens noodzakelijk dat er meer subsidies worden verstrekt aan belangenorganisaties die hun auteursrechten behartigen. Ook vinden we als Jonge Democraten dat werken die auteursrechtelijk zijn beschermd en die door personen in hun vrije tijd zijn gemaakt, nooit door de werkgever toegeëigend kunnen worden.

In het huidige tijdperk zien we dat de wettelijke lijn tussen makerschap en intellectueel eigendom steeds vaker vragen oproept wanneer het om kunstmatige of artificiële intelligentie (AI) gaat. De ontwikkelingen in AI hebben het mogelijk gemaakt dat computersystemen een eigen ontwerp genereren. Juist op dit gebied kampen mensen steeds vaker met die vraag aan wie uiteindelijk de auteursrechten op het gegenereerde werk zou moeten toekomen. Daarom zijn we voorstander van het ontwikkelen van een wettelijk stelsel waaronder AI-gegenereerde werken volledig uitgesloten van auteursrecht worden en alle werken automatisch in de publieke domein belanden.

Word lid!

Vul je gegevens in en word
eenvoudig lid van JD

Meld je aan