Vandaag is het één jaar geleden dat Israëliërs wakker werden geschud door een afschuwelijke aanval van Hamas: meer dan duizend mensen, waarvan het grootste deel burgers, kwamen om het leven, en nog eens honderden landgenoten werden ontvoerd. Al lang voor deze aanval werden mensen aan beide kanten van de grens gekweld door het decennialange conflict. De aanval was het startsein voor een van de meest hartverscheurende escalaties van deze eeuw: nu, een jaar later, zijn meer dan 40.000 mensen om het leven gekomen, leven de inwoners van de Gazastrook in helse omstandigheden, en is Israël een diep verdeeld land waar velen nog steeds rouwen om hun ontvoerde naasten, met nauwelijks zicht op hun terugkeer. 

Wat na een jaar ook duidelijk is, is dat de regering van Netanyahu niet kan worden vertrouwd om het conflict tot een duurzaam bestand te brengen. Het is van het grootste belang dat de Nederlandse regering zich hier wel optimaal voor inzet. Zorg om mensenlevens mag niet selectief zijn. Het is dan ook uiterst verwerpelijk wanneer vanuit de regeringspartijen op mensonterende wijze wordt gesproken over de Palestijnen en hun omstandigheden, net als het conflict in geen geval aanleiding mag zijn tot antisemitisme.

Ook voor de rest van de regio is het beeld niet verbeterd: een nieuw front leidt tot dood en verderf in het Israëlisch-Libanese grensgebied, en de betrokkenheid van het Iraanse regime is reden tot zorg. Het is van het grootste belang ook mensen in Libanon en de rest van de regio te beschermen tegen uitbreidend geweld.

Voor nu is het onverminderd van belang dat een humanitair staakt-het-vuren wordt verwezenlijkt, met een aanzienlijke toename in hulp richting de Gazastrook waardoor een verdere catastrofe zoveel als mogelijk wordt vermeden, en vrijheid en veiligheid voor de ontvoerde Israëliërs die nog steeds niet terug zijn. De Jonge Democraten roepen alle partijen, in het bijzonder de Nederlandse regering, op tot een inzet voor die oplossing.