Vermogenbelasting
De ALV van de JD, bijeen te Den Haag op 13 en 14 juni 2015,
constaterende dat
- belasting op fictief rendement uit vermogen in Nederland laag belast wordt voor vermogende mensen en relatief hoog voor de middenklasse;
- de huidige vermogensrendementsheffing een vlaktaks op vermogen is die uitgaat van een fictief rendement van 4%;
overwegende dat
- een rendement van 4% op spaarrekeningen door de lage rentestand tegenwoordig ook echt fictief is;
- een vlaktaks op vermogen een onwenselijke degressieve werking heeft;
- de vermogensrendementsheffing van 1,2% voor een gevoel van onrechtvaardigheid zorgt;
- een progressieve vermogensbelasting eerlijker is;
spreekt uit dat
- de Jonge Democraten voorstander zijn van een progressieve vermogensbelasting met drie schijven;
- de eerste schijf een vrijstelling van vermogensbelasting zal moeten hebben die op € 50.000 komt te liggen, wat overeenkomt met twee gemiddelde jaarinkomens;
- de tweede schijf een vermogensbelasting zal zijn van 1,2% op alles tussen de € 50.000 en € 1.000.000;
- de hoogste schijf een vermogensbelasting zal zijn van alles boven de € 1.000.000 met een tarief van 2%;
- de limieten van de schijven jaarlijks worden aangepast aan de inflatie.
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting:
Een progressievere vermogensbelasting is noodzakelijk. Met deze motie wordt de middenklasse meer ontzien omdat het vrijgesteld vermogen toeneemt van € 21.330 naar € 50.000. De belastingdruk van vermogen tussen € 50.000 en € 1.000.000 blijft gelijk aan het huidige stelsel. De belasting van vermogen boven de € 1.000.000 neemt toe tot 2% zodat progressiviteit gewaarborgd wordt en goed investeringsbeleid aangemoedigd.