Partijpolitieke benoemingen
De ALV van de JD, bijeen te Leeuwarden op 30 en 31 januari 2016
constaterende dat
- Partijen onderling de banen in het openbaar bestuur verdelen;
- Voor zulke functies weliswaar vacatures worden geplaatst, en iedereen mag
solliciteren, maar de partijen vaak al onderling hebben bepaald welke partij aan de
beurt is.
overwegende dat
- Partijpolitieke benoemingen strijdig zijn met de Grondwet artikel 3 (iedereen moet
op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn) en artikel 1 (discriminatie
wegens politieke gezindheid verboden); - Voor partijpolitieke benoemingen een uitzondering is gemaakt in de Wet Gelijke
Behandeling (artikel 5, lid 4) waardoor deze praktijken legaal zijn en rechters en het
College voor de Rechten van de Mens niets kunnen met klachten; - Voor publieke functies wordt gevist in een kleine vijver (2,5% van alle burgers) die
lid is van een partij; - De meest geschikte persoon de baan hoort te krijgen (ongeacht partijlidmaatschap);
- Het idee dat politici elkaar baantjes toeschuiven het vertrouwen in de politiek
ondermijnt.
spreekt uit dat
- De uitzondering uit de Wet Gelijke Behandeling, die benoemingen op grond van
partijvoorkeur toestaat, wordt geschrapt; - Een onafhankelijke commissie voor publieke benoemingen wordt ingesteld, die een
belangrijke rol krijgt in het selectieproces en de wettelijke plicht krijgt te zorgen
voor onpartijdige, eerlijke en transparante benoemingen van de beste personen.
en gaat over tot de orde van de dag.