Erfbelasting
De ALV van de JD, bijeen te Leeuwarden op 30 en 31 januari 2016
constaterende dat
- Erfbelasting geregeld in de successiewet een ontzettend efficiënte belasting is, met
een zeer beperkt substitutie-effect en lage administratieve lasten; - Het tarief voor de erfbelasting op dit moment afhankelijk is van de relatie met de
erflater; - In de huidige Successiewet generatie op generatie, zonder belasting te betalen,
ondernemingsvermogen of aanmerkelijke belang overgeërfd wordt.
overwegende dat
- Het hervormen van de erfbelasting kan leiden tot het verlagen van de belasting op
arbeid en winst; - Tariefverschillen gebaseerd op de relatie met de erflater arbitrair zijn;
- Vrijstelling van (familie)ondernemingen voor de erfbelasting niet bepaald
meritocratisch is.
spreekt uit dat
- Alle erfenissen belast moeten worden tegen een geüniformeerd (onafhankelijk van
relatie erfgenaam/erflater; de heffingsvrije voet blijft echter wel gerelateerd aan
deze relatie ter voorkoming van misbruik) tarief van 40%. Zo gaat eigen werk meer
lonen dan het erven van het werk van vorige generaties; - Vrijstellingen daarop niet mogelijk zijn; betalingsregelingen wel.
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting:
Meer specifiek wordt bedoeld de doorschuiffaciliteit oftewel de
bedrijfsopvolgingsregeling die stapsgewijs tot een vrijstelling van 100% is
opgevoerd. De reden die gegeven wordt voor het bestaan van deze faciliteit, is dat
een onderneming door heffing anders in geld problemen zou kunnen komen. Dit
kan worden voorkomen door de Staat, gelijk aan het gewone tarief, stilzwijgend
vennoot/eigenaar/crediteur/schuldeiser (naar voorkeur erflater) van de onderneming
te maken. In verloop van tijd kan de Staat dan worden uitgekocht.