Afhandeling gratieverzoeken
De ALV van de JD, bijeen te Arnhem op 1-2 februari 2020
Constaterende dat:
- Nederland het enige land in de EU is waar levenslang ook echt levenslang betekent;
- De verantwoordelijke minister bepaalt aan wie gratie wordt verleend;
- De verantwoordelijke minister al sinds 1989 geen gratie heeft verleend aan een levenslang gevangene;
- Recidive onder criminelen aan wie gratie is verleend vrijwel niet plaatsvindt;
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2013 oordeelde dat de Nederlandse omgang met levenslang gevangenen onmenselijk is (o.b.v art. 3 van het EVRM);
Overwegende dat:
- Ieder mens recht heeft op het vooruitzicht op invrijheidstelling;
- De verantwoordelijke minister vanuit populistische overwegingen zelden kiest voor gratieverlening;
- De politieke overwegingen van de minister niet ten koste zouden moeten gaan van de mensenrechten van gevangenen;
- Bij gratieverzoeken een adviescollege van juristen en gedragswetenschappers een advies geeft aan de minister over de wenselijkheid van een gratieverlening;
- De uitkomsten van dit advies vrijwel altijd door de minister genegeerd worden;
Spreekt uit dat:
- Gratieverzoeken beantwoord moeten worden met een bindend advies van een adviescollege van juristen en gedragswetenschappers.