Mobiliteit & Ruimtelijke Ordening

Voor je ligt het hoofdstuk over mobiliteit en ruimtelijke ordening van de Jonge Democraten. Hierin vind je onze belangrijkste standpunten en visie over dit onderwerp. Ben je geïnteresseerd in specifiekere punten? Kijk dan eens naar onze moties. Mis je iets in dit hoofdstuk of moet er iets anders? Sluit je aan bij de werkgroep en denk mee!

Op deze pagina

Nederland is een dichtbevolkt land. Dit brengt grote uitdagingen ten aanzien van mobiliteit met zich mee. De Jonge Democraten staan voor een duurzame en innovatieve benadering van dit thema.
De wereld van innovatie in mobiliteit gaat een grote toekomst tegemoet. De Jonge Democraten willen dat Nederland op dit gebied bij de meest innovatieve en vooruitstrevende landen gaat horen. Dit kan door voorop te lopen bij vergroening van het mobiliteitssysteem, in te zetten op efficiënte mobiliteit en het gebruik van innovatieve methoden om een goede mobiliteit voor elke Nederlander te waarborgen. In een welvarend land als Nederland moet mobiliteit voor iedereen een vanzelfsprekendheid zijn.

12.1 Mobiliteit

Duurzaamheid, betaalbaarheid, snelheid en efficiëntie. Dit zijn de uitgangspunten voor alle vormen van mobiliteit waar de Jonge Democraten voor staan. De uitstoot van CO 2 , stikstof en fijnstof door alle vormen van mobiliteit moet zo snel mogelijk worden teruggebracht naar nul. Om dit doel te bereiken moeten er ingrijpende keuzes worden gemaakt en is een verandering van onze verkeerspatronen noodzakelijk. Het openbaar vervoer speelt hierin een onmisbare rol. Een betrouwbaar en omvangrijk openbaarvervoernetwerk vermindert de behoefte om een eigen auto aan te schaffen. Minder auto’s betekent minder uitstoot, minder file en meer beschikbare ruimte voor vergroening en ontspanning. De Jonge Democraten zijn van mening dat de overheid het voortouw dient te nemen bij het aanleggen van duurzame infrastructuur en het ondersteunen van duurzame innovaties, en daarna pas het gebruik van de auto actief gaat ontmoedigen. Verouderde wetgeving mag nieuwe duurzame mobiliteitsopties niet in de weg staan.

12.1.1 Internationale mobiliteit

Nederland is gebouwd op goede verbindingen met de rest van de wereld. Dit moet absoluut zo blijven, maar de manier waarop moet anders. Vliegen moet de uitzondering worden in plaats van de regel. Hiervoor zijn de ontwikkeling van een omvangrijk en hoogwaardig Europees spoorwegnetwerk en een Europees betaalsysteem noodzakelijk. Door deze verbetering van het internationaal treinverkeer zal de noodzaak van vliegen op het Europese continent afnemen. De Jonge Democraten zien ook een belangrijke rol weggelegd voor de Europese Unie in de organisatie en financiering van het grensoverschrijdende openbaar vervoer. Concessies voor internationale spoorlijnen kunnen vervolgens ook Europees worden geregeld.
Vliegen moeten we niet zien als een recht, maar een luxe. Op korte en middellange afstanden moet het openbaar vervoer aantrekkelijk worden gemaakt als alternatief. Dit kunnen we alleen doen door de externaliteiten van het vliegen te verwerken in de ticketprijs. Dit zorgt ervoor dat consumenten de eerlijke prijs betalen voor hun vliegtickets en de trein aantrekkelijker wordt. Dit betekent ook dat Schiphol zal moeten krimpen. Naast personen gaan er ook goederen de grenzen over. De Jonge Democraten zijn van mening dat bij de keuze tussen lucht, weg, spoor en water steeds een integrale afweging gemaakt dient te worden, waarbij naast bereikbaarheid en kosten ook leefbaarheid en veiligheid worden meegewogen. Hierbij is het belangrijk om de de transitie naar een duurzame logistieke sector te ondersteunen vanuit de Europese en nationale overheid door de benodigde infrastructuur aan te leggen. De Jonge Democraten voorzien een verandering in het logistieke systeem door de transitie. Hierdoor moet een uitbreiding van de haven van Rotterdam richting zee mogelijk blijven. Daarnaast moet er meer worden ingezet op transport via pijpleidingen, spoor en water. Deze manieren van transport nemen minder ruimte in beslag dan vervoer over de weg en kosten per te transporteren goederen ook minder energie. Hiervoor zal het spoor moeten worden uitgebreid en zullen er meer binnenhavens moeten worden gebouwd aan de rivieren. Hiervoor stellen de Jonge Democraten wel de eis dat de binnenvaart vanaf 2035 op volledig hernieuwbare energie draait en dat dit voor de internationale scheepvaart het geval is vanaf 2040.

12.1.2 Nationale mobiliteit

De verbindingen in Nederland dienen van hoge kwaliteit te zijn. Zowel via de auto als met de trein dienen alle Nederlanders te kunnen reizen tussen alle grote plaatsen op een hoogwaardige verbinding. De grote plaatsen zullen hierdoor functioneren als hubs voor de omliggende plaatsen. Deze kleinere plaatsen kunnen op een regionale schaal het beste worden verbonden. Op een nationale schaal zijn er twee hoofdnetwerken: rijkswegen en spoor. Beide netwerken dienen onder bezit en beheer van de Nederlandse overheid te zijn. Hierdoor kan er worden gegarandeerd dat het netwerk voldoet aan alle eisen die de samenleving aan het netwerk stelt en kan het netwerk voor iedereen toegankelijk worden gemaakt.
De Jonge Democraten zijn van mening dat het spoor een kwaliteits- en kwantiteitsverbetering nodig heeft. Bestaande trajecten moeten worden verbreed en er moeten nieuwe trajecten worden aangelegd tussen plaatsen waar nog geen verbinding is. Daarnaast moet het volledige spoornetwerk vanaf 2030 geëlektrificeerd zijn, waarmee vervuiling wordt voorkomen. Daarnaast moet het beveiligingssysteem van het spoor versneld worden vernieuwd naar de nieuwe Europese standaard, ERTMS. Hierdoor wordt het mogelijk om meer treinen op hetzelfde traject te laten rijden, waardoor de wachttijd voor de reizigers zal dalen.
De Jonge Democraten zijn van mening dat de rijkswegen moeten worden ontworpen op basis van de wens van de omgeving en niet meer op de vraag van de huidige situatie. De capaciteit van het netwerk beïnvloedt immers de vraag, waardoor dit geen betrouwbaar, noch een reëel uitgangspunt is. Zo wordt voorkomen dat Nederland wordt overspoeld met onnodig veel en brede snelwegen. Door de vraag invulling te geven middels het aanbieden van alternatieven, is de noodzaak van brede snelwegen ook minder. De veiligheid van de rijkswegen verbeteren is nog altijd een noodzaak, opdat er zo min mogelijk ongelukken gebeuren. De Jonge Democraten zijn ook voor het smart maken van de rijkswegen. De infrastructuur wordt beter benut als bijvoorbeeld de matrixborden actief worden gebruikt om de snelheid aan te passen, zodat file wordt voorkomen. Daarnaast wordt het ook klaar gemaakt voor verduurzaming en automatisering van het systeem.
De Jonge Democraten zijn van mening dat de verkoop van voertuigen met een fossiele verbrandingsmotor verboden moet worden vanaf 2030 en het gebruik van een voertuig met een verbrandingsmotor vanaf 2040. De Jonge Democraten zijn daarom tegenstander van het gebruik van biologische brandstoffen, die deze bron van vervuiling overeind houden. Om de transitie waar te maken dient de overheid een stimulerende en faciliterende rol te blijven spelen, door de benodigde infrastructuur te realiseren in samenwerking met de markt. Hiervoor dienen sterke prijsprikkels te komen, zodat de meest duurzame manier de meest betaalbare is. Hierdoor is het mogelijk om door heel Nederland met een elektrisch voertuig te rijden. Door deze doelen wordt en blijft Nederland de koploper op het gebied van elektrisch vervoer.
Door het elektrische vervoer ontstaat er een reductie in de uitstoot van broeikasgassen, fijnstof en geluidsoverlast.

12.1.3 Regionale mobiliteit

Een goed transportnetwerk is nodig om te zorgen dat iedereen kan deelnemen aan de samenleving. In aanvulling op het nationale netwerk bestaande uit snelwegen en spoorlijnen is er een meer fijnmazig netwerk nodig dat de gebruiker dichter bij de
bestemming kan brengen. Het regionale openbare netwerk bestaat voornamelijk uit metro’s, trams en bussen. Deze vervoermiddelen dienen de gebruikers zowel vanaf het nationale netwerk als binnen een regionaal gebied op een snelle manier te kunnen vervoeren.
De Jonge Democraten zijn van mening dat het regionale openbaar vervoer moet kunnen
garanderen dat alle essentiële voorzieningen binnen één uur te bereiken zijn vanuit iedere woning. Hieronder worden voorzieningen zoals ziekenhuizen, gemeentehuizen en supermarkten verstaan. In dichter bevolkte gebieden wordt een hogere eis gesteld, omdat de voorzieningen dichter bij elkaar gelegen zijn. Om dit waar te maken dient er een grootschalige investering te worden gedaan in het regionale netwerk. De Jonge Democraten zijn van mening dat alle steden in Nederland met meer dan 500.000 inwoners een hoogwaardig metronetwerk nodig hebben om de stad op een efficiënte manier te verbinden. Daarnaast dient lokaal openbaar vervoer goed te worden afgesteld op de eisen van de samenleving. Hiervoor worden concessies vanuit de overheid afgesteld op duurzaamheid en technische en sociale eisen. Zo verdienen de werknemers een leefbaar salaris, dient het volledige openbaar vervoer op duurzame energie te rijden en dienen de verbindingen en voertuigen van hoge kwaliteit te zijn. Naast openbaar vervoer en privévervoer is er ook deelmobiliteit. Met deze vorm van mobiliteit wordt de vrijheid van privévervoer ondersteund en de duurzaamheid van openbaar vervoer versterkt. Om deelmobiliteit te versterken zijn er hubs nodig, waarin de auto kan worden achtergelaten aan de rand van de stad, dorp of woonwijk. Bij deze hubs kan de integratie plaatsvinden tussen alle vormen van mobiliteit die aanwezig zijn in de omgeving. Hierdoor is het noodzakelijk om de hubs goed te integreren in het regionale netwerk, door vormen van openbaar vervoer en opties voor deelmobiliteit op deze locatie te integreren. Hierdoor ontstaat er een hiërarchie van hubs, waarin elke regio, hoe klein dan ook, wel een hub heeft. Ook wordt het reizen tussen hubs zo gemakkelijker gemaakt. Om direct een positief effect te leveren op de leefomgeving zijn de Jonge Democraten van mening dat elke binnenstad in Nederland een milieuzone moet instellen voor oudere personenauto’s, bestelauto’s en vrachtwagens. Daarnaast moet de huidige situatie gehanteerd blijven. In de bebouwde kom moet het mogelijk blijven om 50 km per uur te rijden. Daarnaast moet de snelheid buiten de bebouwde kom maximaal 100 kilometer per uur blijven. Daarnaast moet de bebouwde kom zoveel mogelijk autoluw worden herontwikkeld. Dit zorgt direct voor minder uitstoot van fijnstof en stikstofoxide, wat de leefbaarheid van de woongebieden drastisch zal verbeteren voor iedereen. Daarnaast zal de aanwezigheid van hubs aan de rand van woongebieden de noodzaak van parkeerplekken in de woongebieden verminderen. Hierdoor is er meer ruimte over om effectief in te richten ter versterking van de leefomgeving.

12.1.4 Lokale mobiliteit

De Jonge Democraten zien als basis van de mobiliteit de voetganger, rolstoelgebruiker en fietser. De meeste verkeersbewegingen die dagelijks plaatsvinden zijn van korte afstand. Deze dienen zoveel mogelijk met deze manier van bewegen te worden afgelegd. Fietsen en lopen is namelijk gezonder voor de mens en beter voor het milieu. Het zorgt dat Nederlanders meer bewegen en dat minder energie wordt verbruikt van zowel duurzame als fossiele bronnen. Dit zorgt er voor dat er ook minder energieopwekking noodzakelijk is.
De Jonge Democraten staan voor een goede infrastructuur op lokale schaal. Dit betekent dat er voor de voetganger overal waar mogelijk stoepen moeten worden aangelegd die breed genoeg zijn dat twee personen met een kinderwagen elkaar kunnen passeren. Daarnaast streven we ook naar een aantrekkelijke omgeving om in te wandelen, waarbij meer groen en water in de wijk terug komt. Als dit niet mogelijk is, omdat de weg hiervoor te klein wordt dient de straat eenrichtingsverkeer of volledig autovrij te worden gemaakt. Daarnaast zijn de Jonge Democraten ook voor het autoluw maken van woonwijken. Hierdoor wordt het veiliger om te lopen en te fietsen en wordt autogebruik voor korte afstanden ontmoedigd. De Jonge Democraten zijn voor het aanleggen van snelfietspaden. Deze fietspaden kunnen ook langere afstanden naar bijvoorbeeld werk vervangen van de auto naar de fiets. Door de lokale mobiliteit als basis te gebruiken kan de ervaring op deze schaal worden verbeterd. Om de transitie te versterken naar het gebruik van minder auto’s is deelmobiliteit een goede aanvulling. Parkeerplekken die vrij komen kunnen worden hergebruikt voor het opstallen van deelmobiliteit, zoals een elektrische scooter of deelauto. De gemeente dient hiervoor samen met de aanbieders van de deelmobiliteit samen te werken, zodat deze locaties geordend worden afgestemd en overlast van het wildparkeren van deze voertuigen wordt voorkomen. Om de voetganger, rolstoelgebruiker en fietser tegemoet te komen is het van belang dat nieuwe woningen de dichtheid van de plaats vergroten en niet de plaats naar buiten laat uitdijen. Dit maakt het makkelijker voor mensen om te lopen, rollen of fietsen, omdat een grotere dichtheid de afstand tot producten en diensten effectief verkleint en dit het gebruik van een auto voor dagelijkse bezigheden onnodig maakt.

12.1.5 Toegankelijkheid

De Jonge Democraten zijn van mening dat iedereen recht heeft op hoogwaardig vervoer, zodat iedereen kan deelnemen aan de maatschappij zonder drempels. Hiervoor is een goed mobiliteitsnetwerk noodzakelijk, zodat alle voorzieningen binnen een redelijke tijd en tegen lage kosten zijn te bereiken. Doordat niet alle Nederlanders over eigen vervoer beschikken, zoals een auto of een fiets is het van noodzaak dat iedereen in Nederland is verbonden met een openbaar-vervoersnetwerk. De Jonge Democraten zijn daarom voor het in stand houden en het uitbreiden van het bestaande openbaar-vervoersnetwerk om te zorgen dat iedereen via het openbaar vervoer naar de benodigde voorziening kan reizen. Daarnaast moet het openbaar vervoer ook toegankelijk zijn voor iedereen, een lichamelijk of geestelijke beperking moet niet uitmaken. De Jonge Democraten eisen daarom dat alle opstappunten in het gehele land toegankelijk moeten zijn, zowel het punt als de route er naar toe. Door een toegankelijk systeem kan iedereen gebruik maken van het openbaar vervoer, ongeacht de toestand van de persoon. Initiatieven vanuit de bevolking zoals vrijwillige buurtbussen
worden daarom ook ondersteund. Daarnaast is de combinatie van deelmobiliteit en openbaar vervoer een mogelijkheid om te voldoen aan deze eis. Ook mensen die ‘s nachts reizen hebben recht op een verbinding. De Jonge Democraten zijn daarom voorstander voor het uitbreiden van het nachtnetwerk. Daarnaast dient er rekening gehouden worden met mensen die nachtdiensten werken, zoals ziekenhuispersoneel. Het openbaar vervoer dient hierbij dus ook rekening te houden met mensen die ‘s avonds moeten werken.

12.1.6 Betaalbaarheid

Mobiliteit is een noodzaak in de huidige samenleving. Een betaalbaar mobiliteitsnetwerk zorgt voor een kleinere afstand tot de samenleving. De Jonge Democraten pleiten daarom voor het behouden van onder andere groepskortingen, groepstickets, voordeelabonnementen en studentenkortingen. De Jonge Democraten zijn voorstander van een eerlijke benadering en vergelijking van het mobiliteitsnetwerk. Doordat de belasting op het gebruik van auto’s niet kostendekkend is, gaat er algemeen geld naar deze mobiliteitsvorm, ten koste van het openbaar vervoer. De Jonge Democraten willen daarom naar een systeem waarin de gebruiker betaalt. Hiervoor is een belasting per gereden kilometer noodzakelijk met een verschil in plaats, tijd en milieubelasting. Een kilometerheffing maakt de werkelijke kosten van een autorit ook inzichtelijker, waardoor het maken van een objectieve keuze tussen verschillende vervoerswijzen wordt bevorderd. De differentiatie naar plaats en tijd biedt mogelijkheden om actief te sturen op het terugdringen van de vraag op de drukste plaatsen en momenten. De kosten die de staat betaalt aan het aanleggen en onderhouden van wegen moeten zoveel mogelijk opgebracht worden door de gebruiker. De kilometerheffing op voertuigen dient dus zoveel mogelijk gelijk te zijn aan de kosten van de weg. Om dit eerlijk te maken voor Nederlanders pleiten de Jonge Democraten voor een Europees kilometer-belastingssysteem met tarieven per land, waardoor elke weggebruiker in Europa betaalt voor het onderhoud van wegen. Op die manier kan een gemeente een heffing invoeren voor vervuilende voertuigen. Om de kosten te verlagen dienen onnodige vervoersbewegingen te worden gereduceerd. De Jonge Democraten zijn ook van mening dat er een minimumbedrag moet zijn voor het bezit van een auto. Doordat een parkeerplek altijd wordt gebruikt moet er voor dit gebruik ook worden betaald. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle gemeenten een systeem opzetten dat de parkeerplekken eerlijk belast.

12.2. Ruimtelijke ordening

In een klein en dichtbevolkt land als Nederland moet verstandig worden omgegaan met ruimte. De Jonge Democraten staan dan ook voor een ruimtelijke ordening die centrale kaders uitzet waar het moet, maar ruimte geeft voor lokaal initiatief waar het kan. Daarbij moet veel aandacht zijn voor betrokkenheid van de plaatselijke bewoners, ondernemers en andere betrokkenen. Beleid moet in lijn zijn met de sociaalliberale gedachte: een omgeving creëren waarin ieder mens de kans krijgt om vrij te zijn en het individu vervolgens de ruimte heeft om deze vrijheid te benutten. Daarnaast vinden de Jonge Democraten dat bij ruimtelijke ordening breder moet worden gekeken dan hoeveel ruimte het vraagt, met name bij thema’s zoals klimaatadaptatie en duurzame energie. Grensoverschrijdende planning kan daarbij uitkomst bieden, omdat Nederland niet in een vacuüm bestaat.

12.2.1. Ruimtelijk beleid

De Jonge Democraten zijn voorstander van een overkoepelende blik op ruimtelijk beleid. De grote woningbouwopgave is een kans om nationale ruimtelijke structuren zoals stedelijke netwerken, ov-assen en natuurgebieden in samenhang te versterken. Hoewel een groot deel van deze opgave in de bestaande stad kan landen, kan deze daar niet volledig worden gerealiseerd. De Jonge Democraten pleiten daarom voor de aanleg van compacte, stedelijke uitbreidingswijken met een hoge dichtheid die ov-assen kunnen versterken, zowel binnen als buiten de Randstad. Bouwen buiten de Randstad versterkt de ruimtelijke samenhang van Nederland, geeft middelgrote steden meer draagvlak voor voorzieningen en egaliseert de grote regionale verschillen in de woningmarkt. Door landbouwgrond in te zetten voor deze ontwikkelingen kunnen woningbouw en natuurontwikkeling bovendien hand in hand gaan, en worden ecologische structuren versterkt. De Rijksoverheid moet daarbij het voortouw nemen om deze ruimtelijke transformatie in goede banen te leiden. Door in de bestaande stad minder rigide te kijken naar ruimtelijke vraagstukken ontstaan er meer mogelijkheden voor ontwikkelingen, hergebruik en burgerinitiatieven. Langdurige leegstand en braakliggende terreinen zijn onwenselijk voor de aantrekkelijkheid van gebieden voor zowel bewoners als bezoekers. Het voorkomen en verminderen daarvan heeft prioriteit en kan worden gerealiseerd door het toestaan van tijdelijke functies en een soepele omgang met regelgeving. Er moet actief samenwerking met ondernemers en bewoners worden gezocht bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke visies voor bestaande wijken. Het vaststellen van ruimtelijke plannen moet zo dicht mogelijk bij de burger gebeuren. Het is dan ook goed dat gemeenten leidend zijn bij het maken van omgevingsplannen. Tegelijkertijd hebben de Rijksoverheid en de provincies een belangrijke taak bij het vaststellen en beschermen van de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid. Bovendien ontbreekt het bij gemeenten vaak aan financiële middelen om actuele bouwopgaven in goede banen te leiden. Dit geldt in het bijzonder wanneer de problematiek zich op hoger niveau afspeelt, zoals bij krimp of woningnood. Lokale spelers zoals gemeentes, ontwikkelaars en woningcorporaties zullen nauw samen moeten werken in regioverbanden om de woningbouwopgave goed uit te voeren. De Rijksoverheid coördineert de nationale ruimtelijke opgave met deze regionale verbanden, en stimuleert ontwikkelingen door bij te dragen aan de benodigde middelen. Hiervoor wordt een Nationaal Woningbouwfonds opgericht.

12.2.2. Een leefbare omgeving

Nederland is nog lang niet af. De Jonge Democraten zijn voor uitbreiding van de bebouwde omgeving om in onder andere de woningbehoefte te voorzien. Dit mag echter niet ten koste gaan van de leefomgeving. Compacte kernen en een open platteland met veel ruimte voor natuur en respect voor het landschap zijn daarbij richtinggevende principes. De landschappelijke kwaliteit van het platteland neemt immers af door versnippering, doorsnijding en onderbreking, nieuwe industrieterreinen naast snelwegen dragen hier vaak aan bij. De Jonge Democraten vinden het belangrijk dat iedere inwoner van Nederland makkelijk toegang heeft tot groen en natuur, maar realiseren zich dat Nederland in de komende decennia verder zal verstedelijken. De bevolkingsdichtheid van Nederlandse grote steden ligt echter laag ten opzichte van andere grote Europese steden. Het idee dat nieuwe bebouwing zoveel mogelijk binnen bestaand bebouwd gebied wordt gerealiseerd, wordt van harte door de Jonge Democraten ondersteund. Zo kunnen ovknooppunten veel intensiever dan nu worden bebouwd en zijn er nog voldoende locaties op bedrijventerreinen beschikbaar die voor herbestemming in aanmerking komen. Stedelijke uitbreidingen moeten zo compact mogelijk tegen de bestaande stedelijke structuur worden gebouwd, met een hoge dichtheid en een focus op duurzame vormen van mobiliteit. Zo worden steden levendiger en blijft landelijk gebied haar charme behouden. Om de leefbaarheid en klimaatadaptiviteit van steden te verbeteren moeten maatregelen voor groen, water en luchtkwaliteit in samenhang worden genomen. Door vergroening van de openbare ruimte nemen extreme hitte en wateroverlast af en nemen mogelijkheden voor recreatie, ontmoeting en beweging toe. Een leefbare omgeving is voor de Jonge Democraten ook een omgeving waar functiemenging plaatsvindt. Compacte kernen gedijen het beste wanneer functies, zoals wonen, werken en voorzieningen, zoveel mogelijk op loop- of fietsafstand van elkaar liggen. In omgevingsplannen kunnen meerdere functies aan een gebouw worden toegekend en bij nieuwbouw moet rekening worden gehouden met de bruikbaarheid van de ruimte voor meerdere (toekomstige) functies. Dit komt de multifunctionaliteit en levensduur van gebouwen ten goede. De Jonge Democraten zijn bovendien voorstander van participatie over de invulling van de openbare ruimte. De aantallen woningen en programmering van nieuwbouw mogen hier echter slechts beperkt onderdeel van uitmaken, omdat lokale belangen op dit punt te vaak loodrecht tegenover het grotere belang van de woningbouwopgave staan. Zo heeft iedereen een evenredige stem in het bouwen aan een leefbaar Nederland.

12.2.3. Stedelijke diversiteit

Diversiteit op wijk- en stadsniveau en de bijbehorende interactie tussen mensen uit verschillende sociaaleconomische klassen, etnische achtergronden en levensstijlen dragen volgens de Jonge Democraten bij aan stedelijke levendigheid, economische dynamiek en integratie. Daarnaast zijn de Jonge Democraten zich ervan bewust dat onderlinge verschillen de oorzaak van conflict en sociale problematiek kunnen zijn. Mensen die op elkaar lijken zijn geneigd om elkaar op te zoeken en bij elkaar te gaan wonen, en daar is niets mis mee. Wanneer er echter verregaande segregatie tussen verschillende groepen plaatsvindt, ontmoeten verschillende mensen elkaar niet meer en komen integratie en leefbaarheid onder druk te staan. Het recept van heterogene wijken met daarbinnen homogene buurten zien de Jonge Democraten als kansrijk uitgangspunt om stedelijke diversiteit in een goede balans te bewerkstelligen. Buurten waar deze diversiteit niet tot conflicten leidt maar juist zeer goed gaat, moeten gekoesterd worden. Voldoende betaalbare woonruimte, een passend voorzieningenniveau en ruimte voor ontmoetingen zijn hierbij essentieel. Hoewel dakloosheid vaak het resultaat is van andere onderliggende problemen, is een dak boven het hoofd doorgaans wel de eerste stap naar rehabilitatie. De Jonge Democraten zijn daarom voorstander van het toepassen van het Housing First-principe om dakloosheid te bestrijden.

12.2.4. Krimp

De Jonge Democraten zien dat het gegeven van krimp en een vergrijzende bevolking in een aantal regio’s tot problemen leidt. Het bevechten van krimp is voor de Jonge Democraten geen oplossing. Begeleiding en maatwerk daarentegen wel. Niet in elke kern moeten koste wat kost voorzieningen in stand gehouden worden, maar voorzieningen mogen niet uit een regio verdwijnen. Door vroegtijdig keuzes te maken op regionaal niveau is er tijd en geld om kernen en burgers hierop voor te bereiden. Maatwerk per regio is noodzakelijk. Omdat kernen bij krimp niet meer zelfstandig functioneren is het noodzakelijk dat krimpgebieden goed ontsloten blijven met het openbaar vervoer. Dagelijks noodzakelijke dingen zoals scholen, zorg-, voedsel- en veiligheidsvoorzieningen, moeten vanuit elke woonkern binnen 30 minuten met het openbaar vervoer te bereiken zijn. Initiatieven vanuit de bevolking zoals vrijwillige buurtbussen worden aangemoedigd. Waar burgerinitiatieven voorzieningen kunnen ondersteunen vinden de Jonge Democraten dat regelgeving niet belemmerend mag werken. De financiering van lokale overheden hangt sterk samen met inwoneraantallen. De Jonge Democraten willen deze financiering herzien zodat voorzieningen beschikbaar én bereikbaar blijven in de regio. De Jonge Democraten pleiten er daarnaast voor dat grensregio’s met een krimpende bevolking grensoverschrijdend voorzieningen delen.

12.2.5. Grensoverschrijdende ruimtelijke ordening

De Jonge Democraten staan voor Europese integratie. De Jonge Democraten vinden dat burgers een ruimtelijke ordening verdienen waarin de landsgrenzen geen belemmering zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten altijd grensoverschrijdend bekeken worden. Daarbij moeten beide kanten van de grens met dezelfde criteria beoordeeld worden. De Jonge Democraten zouden graag zien dat overheden aan weerszijden van de grens met elkaar ruimtelijke plannen opstellen. Gezamenlijke ruimtelijke plannen hebben als voordeel dat voorzieningen gedeeld kunnen worden. Dunbevolkte grensregio’s kunnen zo profiteren van nabijgelegen dichtbevolkte gebieden over de grens met een hoog voorzieningenniveau. De Jonge Democraten pleiten voor het maken van wettelijke ruimte voor grensoverschrijdende ruimtelijke ordening. Bij geschillen zal een bilaterale commissie, aangesteld door landelijke overheden het aanspreekpunt zijn voor samenwerkende overheden. De Jonge Democraten vinden het belangrijk dat er een democratisch legitimatie is; zodoende zal aan beide zijden van de grens de gekozen volksvertegenwoordiging grensoverschrijdende ruimtelijke plannen moeten goedkeuren.

Word lid!

Vul je gegevens in en word
eenvoudig lid van JD

Meld je aan